zaterdag 13 juni 2015

Britse bibliothecarissen in Nederland op zoek naar de balans tussen een sterk concept en flexibel gebruik van de ruimte (Bibliotheekblad)

Crazy spaces make great places. Een groep Britse universiteitsbibliothecarissen, op zoek naar creatieve oplossingen voor hun eigen problemen met per definitie beperkte ruimte en een beperkt budget om ter vernieuwen, raakte diep onder de indruk van de vernieuwende bibliotheken die ze hier aantroffen.

Drie nieuwe Nederlandse bibliotheken kregen vorige maand bezoek van een groep Britse bibliothecarissen. Hoewel? Bij het laatste bezoek van de tweedaagse reis bood Rob Bruijnzeels namens organisator Rogues zijn excuses. Het ging feitelijk niet om bibliotheken. De ongeveer twintig Britten waren naar een berg geweest: de Boekenberg in Spijkenisse. Een stad: BK-City in Delft. En nu zaten ze in een fabriek: de begin vorig jaar geopende Chocoladefabriekin Gouda, waaraan Bruijnzeels namens Het Ministerie van Verbeelding zelf een bijdrage had geleverd.
Het maakte de Britten weinig uit. Als universiteitsbibliothecarissen ging het hen er toch al niet om in de Nederlandse openbare bibliotheken ideeën te vinden die ze één op één naar hun eigen instelling konden vertalen. 'Hier in Gouda staan geloof ik 50.000 boeken op 9000 vierkante meter', zei hoofdbibliothecaris Ian Snowley van de University of Lincoln eerder tijdens de lunch. 'Ik heb 200.000 boeken op 5000 vierkante meter, wat overigens klein is voor een academische bibliotheek. Dat geeft al aan hoe moeilijk het is ideeën letterlijk over te nemen.'

Snowley wilde tijdens 'Crazy spaces make great places', de naam die Rogues aan de Dutch Library Tour had gegeven, dan ook alleen inspiratie op doen. 'Er gebeurt in het Verenigd Koninkrijk in onze sector momenteel heel veel. Iedereen is bezig met renovatie of nieuwbouw. Het gevaar bestaat dan dat een oplossing van een wetenschappelijke bibliotheek overneemt die toevallig eerder klaar was en je dus overal dezelfde oplossingen krijgt voor de behoeften van studenten die immers overal hetzelfde zíjn. Kijk dan eens ergens waar een heel ander soort creativiteit heerst.'
Snowley wees op de lage plafonds boven Kruim, het restaurant van de Chocoladefabriek. 'Die geven het noodzakelijke gevoel van intimiteit als je hier geniet van deze heerlijke Hollandse brood en melk. Tegelijk zie je vanaf deze tafel hoeveel groter het gebouw is. Dat geeft een indruk dat hier veel te halen is. Die combinatie van een grote ruimte die tóch persoonlijk is – iets wat trouwens in de bibliotheek van BK-City ook mooi is opgelost – is natuurlijk ook voor ons een uitdaging. Vaak weet je ook pas thuis, als je met een andere blik naar je eigen bibliotheek kijkt, wat je ervan hebt geleerd.'
Wat hij vooral sterk vond van de drie bibliotheken was de conceptuele inslag. 'Vooral bij de Boekenberg. Dat krijgt de ruimte om 110 procent het concept te zijn. Alles is vanuit één gedachte uitgewerkt. Heel sterk. Al moet je oppassen dat je daarbij geen elementen weggooit die zich al honderden jaren hebben bewezen. Ik kan nu niet zeggen of dat in Spiketown [zoals hij Spijkenisse noemt, md] het geval is. Hoe dan ook zou het idee van een labyrint, dat je verplicht van begin tot eind moet volgen, bij ons niet werken. Een student moet, gehaast op weg naar college, snel een boek mee kunnen nemen.'

Head of Library Operational Services Andrew Hutchinson van de University of Bath kijkt in Nederland vooral naar het gebruik van ruimte. Wordt die optimaal gebruikt? Is er voldoende ruimte voor flexibiliteit? Het eerste beschouwt hij als vanzelfsprekend, het tweede is alleen maar belangrijker geworden. 'De behoefte aan stopcontacten en zitgelegenheid is fors toegenomen en neemt alleen maar meer toe. Een nieuwe ruimte moet zich daarop aanpassen. Dan zie je bijvoorbeeld bij de Boekenberg dat die niet is ontworpen om ook anders te worden gebruikt. Dat is in de architectuur van moderne bibliotheken een nadeel.'
Niet dat hij negatief is over de bibliotheek vanarchitectuurbureau MVRDV – een naam waar alle Britten over struikelen. 'Hij is misschien niet optimaal ingericht voor gebruik. Je moet echt onthouden waar dingen staan. Waarom staan sommige boeken zo hoog? Worden die nauwelijks gevraagd? Maar het is een lichte, moderne, prettige plaats. Vooral de ruimte voor kinderen zijn vrolijk, kleurrijk. I loved it. Ook juich ik de milieuvriendelijke inrichting toe, al ben ik benieuwd naar het effect op de operationele kosten. Jammer dat je tijdens zo'n kort bezoek niet meer te weten kan komen.'
De bibliotheek in de faculteit voor Bouwkunde van de TU Delft beviel Hutchinson. De ruimte maakt goed, logisch gebruik van de ruimte. 'Je voelde daar direct dat de ruimte aanzet tot leren. Er zijn veel stoelen waar je goed kan zitten. En zijn veel ruimte die een sociale interactie bevorderen. Het maakt het makkelijk om samen te werken. Zelf hebben we Bath vier verdiepingen en drie trappenhuizen. Studenten moeten voortdurend op en neer lopen. In Delft is alles op één verdieping. Desondanks verloopt de doorstroming, ondanks de grote aantallen studenten, soepel.'

Head of User Services Derek Mackenzie van de bibliotheek van de City University London, die tegenover Hutchinson zat aan de lunchtafel, benadrukte het belang van flexibiliteit: 'Toen wij twee jaar geleden nog maar verbouwden, dachten we: computerbatterijen worden alleen maar sterker, we hebben niet zo veel stopcontacten meer nodig. Het tegenovergestelde bleek het geval. Maar hoe los je dat op? Het is duidelijk dat we niet zomaar weer een nieuwe bibliotheek kunnen bouwen, laat staan dat we er meer ruimte voor krijgen.'
Dan is zo'n oplossing als hij ter plekke in Gouda aantrof perfect: eenvoudige verlengsnoeren met vier stopcontacten die, 'eerlijk gezegd in best grote hoeveelheden', gewoon aan het plafond hangen. 'Kost geen extra ruimte en het past wonderwel bij de sfeer van deze bibliotheek. Zo zijn het vaak de kleine dingen waardoor je opeens even stil staat. Zo zag ik in Delft de kopieermachines en snackautomaten in één ruimte bij elkaar staan. Natuurlijk. We zijn geneigd die te scheiden. Snacks maken papier maar vies. Maar het voelde compleet natuurlijk. Dat neem ik mee naar huis.'

Maar eerst volgde de uitleg over en rondleiding door de Chocoladefabriek. Een bibliotheek die óók sterk uitgaat van een helder concept, merkte een bewonderende Snowley op, en die bovendien succesvol is: na een jaar trekt de bibliotheek 30 % meer bezoekers dan de vier voormalige vestigingen bij elkaar. Het aantal uitleningen is met 25 % gestegen. Ook Hutchinson en Mackenzie toonden zich zeer onder de druk. 'Fantastisch, superbe, getuigend van een grote verbeeldingskracht', putte Hutchinson zich uit in superlatieven.
Mackenzie: 'Het is helemaal geen grote ruimte, maar hij dient zo veel doelen. Er wordt nergens ruimte verspild, maar je hebt nergens een compact gevoel. De verschillende componenten – restaurant, boeken, media-werkruimte, grafische werkplaats – mengen heel goed. Misschien wel omdat er geen muren tussen de verschillende afdelingen staan. Mooi ook dat die filosofie is doorgetrokken naar de kantoorruimte: daar zit iedereen, tot de directeur aan toe, aan dezelfde soort bureaus. Ook is het goed dat als iets voldoet, zoals de basale boekenkasten, daar geen geld aan overgespendeerd is.'
(Eerder gepubliceerd op Bibliotheekblad.nl, 3 jun)

Zie ook:

Geen opmerkingen: