dinsdag 29 augustus 2017

Ronald Giphart & de Asibot: Ooit schrijft de computer een goede roman (Taalunie:Bericht)

Ronald Giphart liet zich als eerste literaire schrijver ter wereld leiden door tekstsuggesties van een computer. Zijn verhaal 'De robot van de machine is de mens' is in november te lezen tijdens de actie Nederland Leest. Alleen Folgert Karsdorp, het brein achter de Asibot, weet welke zinnen de auteur en welke zinnen de computer schreef.

Arnon Grunberg kon zijn lachen niet inhouden. Een computer had zestig 'voetnoten' geproduceerd op basis van de meer dan tweeduizend dagelijkse columns die de schrijver op de voorpagina van de Volkskrant heeft geschreven. De tekst was soms gewoon onzin: 'Ik ben sceptisch over zeggelijke liefde. Voor lauwe seksualiteit', las hij proestend voor op een video van de krant. Hij hoeft voorlopig dus niet bang te zijn dat hij wordt vervangen – al toonde hij zich aangenaam verrast met sommige door de computer gegenereerde vondsten. 
Folgert Karsdorp kan zich Grunbergs reactie goed voorstellen. Een recurrent neuraal netwerk is in staat om, op basis van een grote input aan teksten, een coherente en grammaticaal correcte nieuwe tekst te scheppen met de lengte van Grunbergs voetnoten. Maar een column die ook ergens op slaat? Daartoe is de computer domweg niet in staat, legt de onderzoeker digitale methoden in de geesteswetenschappen uit, die is verbonden aan het Meertens Instituut. Grunberg had verwacht dat de computer al een soort parodie op zijn werk kon scheppen. Zelfs dat is nog te hoog gegrepen.

Goed alternatief
Dus toen de Stichting Collectieve Propaganda voor het Nederlandse Boek (CPNB) Karsdorp vroeg of hij een computer een verhaal kon laten schrijven, moest hij hen teleurstellen. De organisatie geeft voor de jaarlijkse actie Nederland Leest, die dit najaar is gewijd aan de robotisering van de samenleving, de klassieke science fiction-verhalenbundel Ik, robot van Isaac Asimov opnieuw uit. Hoe mooi zou het zijn geweest als Asimovs fantasieën werkelijkheid konden worden. Maar helaas.
Karsdorp had echter een goed alternatief: de computer als hulpmiddel. 'Eigenlijk is het ook niet zo interessant om de computer iets te vragen wat een mens ook kan. En waarschijnlijk beter', zegt hij. 'Het is veel interessanter om te bedenken hoe een computer een schrijver kan assisteren met wat hij wél beter kan. Dat is: ontzettend veel tekst lezen en onthouden – veel meer dan een mens ooit kan – en op basis daarvan suggesties doen. Of een schrijver erop wijzen dat een alinea lijkt op een passage uit de wereldliteratuur.'

Waarschijnlijkheid
Ronald Giphart nam daarop de uitdaging van de CPNB aan om een nieuw verhaal te schrijven met behulp van een systeem dat Karsdorp bouwde met computerlinguïsten als Mike Kestemont, Enrique Manjavacas en Ben Burtenshaw van de Universiteit Antwerpen. De Asibot, zoals hij werd gedoopt, oogt als een gewoon tekstverwerkingsprogramma, maar dan een met een aantal extra knoppen. Daarmee kon Giphart suggesties vragen voor een vervolg. Neutrale suggesties, maar ook suggesties in de stijl van Gerard Reve, Kristien Hemmerechts of Nescio.
Daarachter zit een database van ongeveer tienduizend Nederlandstalige boeken: van literaire romans tot vertaalde detectives, die Karsdorps team overal vandaan heeft gehaald. Met die kennis berekent de computer iedere keer wat het meest waarschijnlijke vervolg is. Stel, Giphart tikt een e. Wat zou de volgende letter zijn? In de meeste gevallen weer een e. Maar na twee e's is de derde letter hoogstwaarschijnlijk een n. Zo ontstaat vanzelf het woordje 'een'. En daarna suggereert de computer hoogstwaarschijnlijk een spatie.

Creativiteitsknop
Karsdorp: 'Op die manier komt de computer razendsnel met hele zinnen. Of meer, als de schrijver dat wil. Hij kan daarbij spelen met de waarschijnlijkheid. De Asibot heeft een zogeheten creativiteitsknop in de vorm van de schuif. Zet je die op 0, dan is de computer maximaal conservatief en komt hij altijd met de meest waarschijnlijke oplossingen. Zet je hem op 1, dan komt hij met totaal wilde suggesties en bedenkt hij zelfs nieuwe woorden. Correcte, maar nieuwe woorden, zoals samenstellingen.'
Om ook in andermans stijl te schrijven, wordt de computer opnieuw 'getraind', zodat het werk van die ene auteur groter gewicht krijgt in de suggesties. 'In principe zijn de mogelijkheden eindeloos. Wij hebben nu alleen de acht auteurs toegevoegd die hij wilde. Dat gaf Giphart een spirituele sensatie, vertelde hij, als hij opeens als Hemmerechts kon schrijven: donker, met veel dialogen. Zonder dat de computer overigens ooit letterlijk tekst van haar kopieert. Hij verzint steeds iets nieuws.'

Kleurenpalet
Karsdorp heeft het verhaal van Giphart inmiddels gelezen. 'De robot van de machine is de mens', heet het – een titel die óók door de Asibot is gegenereerd. Hij schat dat ongeveer de helft door de auteur zelf is geschreven, de rest dus door de Asibot. 'Toch is het moeilijk om precies te meten hoe groot de bijdrage van de computer is geweest. Soms heeft Giphart een suggestie van de computer niet overgenomen, maar riep dat wel inspirerende associaties op. Zo speelde de computer op de achtergrond ook een rol.'
Wel kan hij tot op letterniveau precies zien welke tekst Giphart zelf schreef en welke niet. De overgenomen suggesties kregen een kleur – voor iedere stijl een andere kleur. Als Giphart vervolgens in de suggesties begon te wijzigen, vervaagde de kleur. 'Deze kleuren zijn straks in het boekje niet zichtbaar. Dat zou te duur worden. Dat maakt het interessant voor de lezer. Zij kunnen raden wat van Giphart en wat van de computer is. Ik denk dat als je het niet weet, je het ook heel moeilijk kunt zien.'
Voor Karsdorp is dat kleurenpalet echter het interessantst. 'Om een goed hulpmiddel voor schrijvers te kunnen maken, moet je inzicht hebben in het schrijfproces – waar het ons voornamelijk om te doen is. Dat krijg je alleen maar als een schrijver zo gek is om hiermee te werken. Wij mochten Giphart tijdens het schrijven helemaal volgen. Elke aanslag, inclusief alle tikfouten, is vastgelegd. Dat is voor ons een prachtige informatiebron, waarmee we de Asibot kunnen verbeteren.'

Synthesizer
De volgende stap zou zijn om de Asibot op de markt te brengen. Zelf zal Karsdorp of zijn werkgever dat niet snel doen. 'Er is enorme rekenkracht nodig', zegt hij. 'Voor Gipharts Asibot is al één afzonderlijke server nodig. Dat vereist een grote investering. We hebben al een partner nodig om het publiek straks in november de gelegenheid te geven ermee te spelen. Maar er wordt wereldwijd heel veel geëxperimenteerd. Ook door grote partijen als Facebook, die hun chatbots natuurlijker willen laten communiceren.'
Het is dus slechts een kwestie van tijd voor er een soort synthesizer voor schrijvers te koop zal zijn, wil hij maar zeggen. 'En waarom zou een computer niet ooit een voetnoot van Grunberg of volledige roman kunnen schrijven die het publiek goed vindt? De Asibot was twintig jaar geleden ook niet mogelijk. De computers hadden de rekenkracht gewoon niet. Dus wat is er mogelijk over nog eens twintig jaar? Ik denk dat als mensen niet weten dat een tekst van een computer komt, ze die – nu al – eigenlijk best goed vinden.'

KADER: TrueLove.wrt
Gipharts 'De robot van de machine is de mens' zou wel eens een wereldprimeur kunnen zijn, vermoedt Karsdorp. Andere verhalen geschreven met behulp van computersuggesties kent hij niet in deze vorm. Literaire fictie volledig geschreven door een computer is echter al ouder. Zo publiceerde de Russische uitgeverij Astrel-SPb in 2008 TrueLove.wrt van PC Writer 1.0. Gevoed door 17 Russische klassiekers, een roman van Haruki Murakami en uitgebreide dossiers van de karakters produceerde de computer in drie dagen een verhaal van 285 pagina's. Volgens de recensenten was het een vloeiend leesbaar verhaal, zij het clichématig van inhoud en taal.
(Eerder gepubliceerd op Taalunie:Bericht)

Zie ook:

vrijdag 18 augustus 2017

Ballon Media start nieuwe imprint: Klavertje Vier (Boekblad)

Ballon Media lanceert dit najaar een nieuwe imprint: Klavertje Vier. Het is een kinderboekenfonds voor upmarket titels gericht op kinderen van 0 tot 9 jaar.

Ballon Media heeft al twee fondsen voor kinderboeken. Ballon Kids richt zich op scherp geprijsde kinderboeken voor de jongste kinderen, onder Blloan Junior verschijnen fictietitels voor kinderen van 7 tot 10. 'Wij willen nu ook andere, bijzondere boeken maken – zoals Mijn eerste voelboek van de Franse topillustrator Xavier Deneux – met allemaal extra's, die we onmogelijk voor 4,99 euro op de markt kunnen brengen', legt uitgever Alexis Dragonetti uit. 'Dat past niet bij het karakter van de bestaande labels, dat we bovendien onlangs hebben aangescherpt. Daarom komen we met een nieuw label.'
De naam Klavertje Vier is gekozen omdat die zo goed bij de slagzin past: 'Bijzondere boeken brengen geluk'. De eerste van de tien titels uit de najaarscatalogus verschijnen in september: Dierenhuisjes (‘In het bos’ en ‘In de tuin’) van Pavla Hanáčková en Irene Gough en het doolhovenboek Volg je mij van Fiona Byrne. Het aanbod is daarnaast heel divers. Wat het vooral tot één fonds maakt, is dat alle boeken iets extra's hebben. Of zoals Dragonetti het formuleert: dat ze allemaal 'toeters en bellen' hebben en mikken op de interactie tussen (groot)ouder en kind.
Ballon Media steekt meer dan 100.000 euro in de marketingcampagne om Klavertje Vier te lanceren. Het bedrijf gaat adverteren in algemene media als De Standaard en Het Nieuwsblad en vakpers als Boekblad. Consumenten zullen Klavertje Vier leren kennen via e-mail, Facebookadvertenties en informatie via de sociale media. Het fonds wordt ondersteund met pos-materiaal als een draagtas, wobbler en stapelstopper. Dragonetti: 'We geloven er echt in en dan moet je nu eenmaal investeren in marketing.'
Het fonds bestaat vooralsnog uitsluitend uit vertaalde titels die zijn aangekocht bij gerenommeerde buitenlandse uitgeverijen. Op termijn moet Klavertje Vier steeds meer lokale uitgaven bevatten. 'We geloven in gestage groei', zegt Dragonetti. 'We willen nu eerst zien of de markt er daadwerkelijk is die we denken te zien. Met buitenlandse aankopen heb je in één keer een fonds. Met eigen auteurs ga je juist eerder een langer commitment aan. Dan is het logischer die stap voor stap in een goed draaiend fonds onder te brengen.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 14 aug)

woensdag 16 augustus 2017

De transformatie van uitgeverij Rubinstein (Boekblad)

Rubinstein is al lang geen luisterboekenuitgeverij meer. Na de verkoop van de backlist twee jaar geleden zelfs minder dan ooit. Hoewel het luisterboek onverminderd belangrijk is voor de uitgeverij richt het zich meer en meer op boeken, films en de exploitatie van rechten. Nu ook internationaal.
Een reeks historische, aan elkaar verbonden panden op het Prinseneiland, waar je je – als je de computers en andere moderne apparaten wegdenkt – dankzij alle originele details nog altijd in de negentiende eeuw kunt wanen. Algemeen directeur Adrienne Hak van Rubinstein leidt haar bezoeker met begrijpelijke trots rond. Voorin zitten de kantoren van de uitgeverij. Maar als je dieper door het L-vormig gebouw dwaalt, kom je van alles tegen wat je zelden aantreft bij een algemene uitgeverij.
Er zijn twee opnamestudio’s. Er is een keukentje, een magazijn en een grote ruimte met verhoging waar ooit een theater had moeten komen. Er is het kantoor van de pas ingetrokken Toonder Compagnie. Er is de flamencostudio waar de vrouw van Maurits Rubinsteins, die de uitgeverij in 1985 oprichtte, haar voorstellingen voorbereidt. Elders werkt Rubinstein zelf aan een nieuwe uitvinding. Hak betwijfelt of ze er al over mag vertellen.
In de gangen staan meubels en archiefstukken van de voormalige chocolatier Bensdorp. ‘Heeft Maurits gekregen toen hij probeerde De Chocoladefabriek op te richten,’ zegt Hak. ‘Dat moest een attractiepark voor kinderen worden. Er is twaalf jaar hard aan gewerkt, maar hij kreeg de financiering nooit rond. Nu staat het project op een laag pitje. Wel bellen nog dagelijks mensen met de vraag wanneer het open gaat.’
In totaal werken hier vijftien mensen – ‘inclusief iemand met gouden handjes,’ vertelt Hak, ‘hij kan alles maken. Hij is ooit aangenomen voor De Chocoladefabriek, maar werkt mee aan de animaties die we zelf maken bijvoorbeeld, voor pitches bij grote klanten als AH, maar ook aan decorstukken voor Maurits’ vrouw. En aan Maurits’ nieuwe project.’

Wie deze sfeer op zich laat inwerken, begrijpt dat Rubinstein er niet rouwig om is dat het de luisterboeken grotendeels heeft moeten loslaten. Er zijn altijd nieuwe ideeën waar de volgens Hak bruisende, creatieve geesten van het bedrijf zich enthousiast op richten. ‘Wij hebben ooit iemand aangenomen om het luisterboek het entertainmentkanaal in te krijgen. Hij bleek heel goed in het bedenken van spellen. Hij kreeg de vrije hand en bouwde in vier jaar een fantastische catalogus op. Dat hebben we volgehouden tot we vonden dat de bordspellen te ver van ons af begonnen te staan. Toen hebben we de portfolio inclusief collega aan Jumbo verkocht.’
In dertig jaar had Rubinstein een enorme backlist aan luisterboeken opgebouwd. Honderden en honderden titels, die het in 2015 bijna allemaal verkocht aan Storytel. Toen het Scandinavische bedrijf in Nederland twee jaar eerder in Nederland was begonnen had het content nodig. Het richtte daarom samen met de uitgeverij Rubinstein Audio op, waar de backlist werd ingebracht. Hak: ‚Maar Storytel ging zó hard. Ze waren continu op tv, in abri’s enzovoorts. Er werd van ons een soortgelijke marketingeffort gevraagd. Dat zagen wij niet zitten. Wij hebben niet dezelfde financiële slagkracht. Toen hebben wij ons aandeel in Rubinstein Audio verkocht.’
In totaal ging het om achthonderd titels. Rubinstein behield alleen de rechten op alles wat geen hardcore luisterboek was: producties met liedjes, hoorspelbewerkingen – plus een aantal uitgaven waar het bedrijf om andere redenen aan vasthield, zoals de titels van Maurits’ tante Renate Rubinstein. ‘Die blijven we zo goed mogelijk exploiteren. Nu Harry Potter opnieuw in de belangstelling staat, verpakken we die uitgave opnieuw: in Monsterverpakkking. En met een Kinderboekenweekthema als griezelen kunnen we iets doen met de rijmen en verhalen van Roald Dahl.’
Tegelijkertijd is de tijd voorbij dat Rubinstein het monopolie had. Hak, in dienst sinds 1995, kan zich levendig herinneren dat boekverkopers op beurzen nuffig tegen haar zeiden: wij zijn een bóékhandel, geen platenzaak. Maar nu het luisterboek is geaccepteerd en de nog altijd bescheiden markt is gegroeid nemen uitgevers publicatie van luisterboeken steeds vaker in eigen hand. Met als gevolg dat Rubinstein minder rechten kan verkrijgen.
‘Dat geeft niets’, bezweert Hak. ‘We hebben altijd gezegd: hoe succesvoller andere partijen met luisterboeken zijn, hoe succesvoller wij zijn. Wij pakken gewoon de mogelijkheden die er nog wel zijn. Zo produceren wij voor andere uitgeverijen, zoals Overamstel, en distribueren voor hen de fysieke cd’s. Studio 1 is onafgebroken in gebruik – de andere ook, maar dan veelal voor andere projecten. Daarnaast brengen wij nog altijd twintig tot dertig titels per jaar zelf uit.’
Hak schat dat anno 2017 luisterboeken goed zijn voor 25 tot 30 procent van de omzet. ‘De verkoop van simpelweg een cd plus hoesje loopt terug. Natuurlijk. Wat nog goed gaat, zijn een aantal kindertitels – zeker via het mass market kanaal zoals Kruidvat. Maar als je een cd echt toegevoegde waarde geeft door er een mooie uitgave van te maken, is daar zeker nog markt voor. Voorbeelden zijn het Album van de Indische poëzie, waarin alle gedichten ook zijn afgedrukt, of de reeks college’s van Govert-Jan Bach over zijn verre voorvader de componist. Ook special sales, zoals onlangs met de Persgroep, blijven goed lopen.’

Een belangrijke – nog altijd relatief nieuwe – groeimarkt voor Rubinstein zijn de boeken. De uitgeverij begon daar ooit mee toen het, inmiddels meer dan vijftien jaar geleden, de rechten verwierf op de Gouden Boekjes. ‘Zodra mensen weten dat je daarmee bezig bent, beginnen ze je met hun ideeën te benaderen’, zegt Hak. ‘Zo is Het muizenhuis van Karina Schaapman op ons pad gekomen. Via de Gouden Boekjes kwamen we ook in contact met Disney, voor wie we nu drie producten brengen: boek plus cd of dvd, Gouden Boekjes-bewerkingen van Disneyverhalen en novelizations.’
Zo groeide de fondslijst organisch. Maar Rubinstein zocht ook nieuwe titels en projecten om te groeien als boekenuitgeverij. Zeker na de verkoop van Rubinstein Audio is bewust de keuze gemaakt meer boeken te brengen. ‘Het is lastig om in één zin te vatten wat wij doen. Negentig procent is kinder- en jeugdboeken. Daarom zoeken we bijvoorbeeld gericht naar titels voor een oudere doelgroep. Maar we pakken alle juweeltjes uit de mogelijkheden die zich voordoen. Een mooi voorbeeld zijn de Getekende brieven van Peter Vos, dat begin dit jaar verscheen en onlangs is herdrukt.’
Daarbij wil de uitgeverij meer omzet uit de boeken halen. Rubinstein is van oudsher sterk in het alternatieve kanaal. Omdat veel boekhandels aanvankelijk de neus ophaalden voor luisterboeken én omdat het per definitie een kleine markt is, heeft het bedrijf altijd maximaal geprobeerd de producten te verkopen via entertainmentwinkels, speelgoedwinkels, benzinestations – naast het maken van speciale producties voor bijvoorbeeld supermarkten. Hoewel de boekhandel, momenteel goed voor ongeveer de helft van de omzet, nooit is verwaarloosd, zou meer aandacht voor dit kanaal meer verkoop kunnen opleveren, denkt Hak.
‘Onze redacteur Mascha de Vries wordt uitgever kinder- en prentenboeken, naast Dik Broekman als uitgever voor de Gouden Boekjes en volwassenboeken. Zo kan het portfolio worden uitgebreid, maar ook meer aandacht worden besteed aan het opzetten van acties met de boekhandel. De commercieel manager Lodewijk van Zonneveld, die per 1 juni met pensioen gaat, deed dat goed hoor. Toch denken wij dat we met onze concepten meer evenementen op de winkelvloer kunnen organiseren. We willen de boekhandel helpen die te organiseren, onder meer door te zorgen dat auteurs hun medewerking verlenen. We begrijpen heel goed dat de boekhandel niet altijd zomaar een paar honderd euro heeft om die te boeken.’

Kansen pakken die zich voordoen is altijd al onderdeel van het dna van het bedrijf geweest. Zo is ook in 2000 Rubinstein Royalty Management ontstaan. Illustratoren – met Francien van Westering, bekend van haar kattentekeningen voor Margriet, als eerste – vroegen of het bedrijf hen kon helpen met de interesse in afgeleide producten. Zelf hadden ze daar geen verstand van. Rubinstein ging daarop voor hen, maar al snel ook de characters van onder andere Fiep Westendorp, Roald Dahl en de Gouden Boekjes exploiteren.
‘We maken afspraken direct met retail – partijen als Hema en AH – die speelgoed en kleding met afbeeldingen van de Gouden Boekjes afdrukken,’ vertelt Hak, die zich zelf vooral met deze tak van het bedrijf bezig houdt, ‘maar we bellen ook fabrikanten – van rugzakken, dekbedden, wat niet al – of ze interesse hebben in onze licenties. Dat gaat goed. We vinden steeds beter onze eigen niche hierin. Zo moet je ook de intense samenwerking met Toonder Compagnie begrijpen. We maken niet alleen Gouden Boekjes met zijn karakters, maar gaan ook actief de licentie exploiteren. Als je weer een licentie erbij hebt, kom je ook makkelijker binnen bij grotere partijen.’
De focus van het agentschap ligt op boekgerelateerde characters. ‘In de boekhandel kunnen we daar helaas niet zo veel mee als we zouden willen. Het aandeel merchandising in de winkel is onbeduidend. Naar mijn idee laat de boekhandel daar kansen liggen. Buiten de boekhandel is het vaak opboksen tegen wereldwijde merken als SpongeBob, Dora en Minions. Daarbij vergeleken zijn wij een heel kleine partij.’

Wel bekijkt Rubinstein bij iedere nieuwe kans of andere activiteiten daarvan profiteren. De kruisbestuiving is groot. Alles wat Rubinstein doet, grijpt op elkaar in. Als de uitgeverij een boek brengt, gaat het tegelijk aan de slag met een luisterboekversie, de licentieverkoop, een special product – en sinds kort ook een animatie, via het nieuw opgerichte bedrijf Rubinstein Pictures (een samenwerking met de Vlaamse studio Grid). ‘Als Dik bij een partij is en ontdekt dat ze geen interesse hebben in onze boeken maar wel iets anders willen met onze merken, verkoopt hij net zo goed een licentie’, zegt Hak. ‘De functies zijn hier niet strikt gescheiden.’
De kruisbestuiving optimaal benutten is dan ook de gedachte uit de jongste uitbreiding: de internationale markt. ‘Een aantal boekprojecten willen we zelf in het buitenland exploiteren. De cd’s van Govert-Jan Bach geven we zelf in Duitsland uit. Voor een Engelse versie die we hebben laten maken zoeken we een lokale uitgever. Ook de drie Disney-merken zien we potentie in andere landen. Zeker de Gouden Boekjes-versies van Disney-verhalen. Deze Boekjes – in 2018 65 jaar in Nederland! – zijn in Europa alleen in Frankrijk een beetje bekend. Dat biedt mogelijkheden. Onze merchandise licentienemers zitten over de hele wereld. Ook het werkterrein van Rubinstein Pictures, die momenteel tv-series van Het muizenhuis en De fabeltjeskrant maakt, is wereldwijd.’

En: Rubinstein ontwikkelt een aantal loyalty-concepten voor supermarkten die het ook in het buitenland denkt te kunnen verkopen. Dat zijn de concepten waar in studio 2 aan wordt gewerkt, mede door de collega met de gouden handjes. Maar wat, daar kan Hak op dit moment nog niets over zeggen. ‘Straks gaat de concurrentie ermee aan de haal.’ De organische geschiedenis van Rubinstein wordt in ieder geval vervolgd. Waarbij iedere activiteit ooit zijn sporen zal achterlaten in de vele hoeken en nissen van het bedrijfspand.
(Eerder gepubliceerd in Boekblad magazine, jun 2017)

vrijdag 11 augustus 2017

literair agenten in Nederland 5: Remco Volkers (Boekblad)

Als zelfstandig boekpromotor miste Remco Volkers het vaste contact met schrijvers. Bij iedere campagne in opdracht van uitgeverij was hij een paar weken of maanden bezig met een auteur. En daarna verdween die weer uit zijn leven. Tegelijkertijd werd hij steeds vaker benaderd door schrijvers die behoefte hadden aan iemand die hen wegwijs maakte in het boekenvak en hen bleef ondersteunen. ‘Ik vond altijd: je hebt Sebes & van Gelderen al, wat kan ik als kleintje uitrichten? Maar op een gegeven moment dacht ik: ik waag de sprong.’
Zijn eerste klant was Irene Helsloot, wier roman Deining hij onderbracht bij Klapwijk & Keijsers. ‘Een prachtig boek, dat na verschijning in 2011 helaas niets heeft gedaan’, herinnert Volkers zich. ‘Van de royalty-afrekening kon ik een lunch kopen.’ Maar het werk van agent smaakte wel naar meer. Inmiddels heeft hij twaalf auteurs in zijn stal, van wie er negen een contract bij een uitgeverij hebben. De succesvolste van hen is Inge Ipenburg. ‘Inmiddels gaat nog maar veertig tot vijftig procent op aan pr-werk. Dat wordt steeds minder.’
Volkers vindt het niet makkelijk om aan nieuwe auteurs te komen. ‘Ik krijg bijna iedere week nieuwe manuscripten binnen. De afgelopen twee jaar waren het bij elkaar 150. Best veel voor een eenmansbedrijf dat niet leurt of adverteert, vind ik. Maar net als met de slushpile van uitgeverijen zijn hooguit een of twee daarvan interessant. Belangrijker is mijn eigen netwerk. Stefan Popa had ik zelf benaderd. Rachel van de Pol kwam viavia bij mij. Astrid Harrewijn kwam bij mij terecht toen ze een agent nodig had.’

Volkers doet alles voor zijn auteurs: van inhoudelijke begeleiding tijdens het schrijven tot advies over omslagen en het regelen van opdrachten voor tijdschriften. ‘Ik denk dat auteurs steeds vaker een partner nodig hebben die hen terzijde staat. Astrid Harrewijn bijvoorbeeld was succesvol, maar miste iemand met wie ze kon sparren. Zij wilde iemand die bij alle beslissingen meedacht. Ik kan dat goed. Mijn sterke punt is de dialoog die ik met mijn auteurs voer. Zij weten altijd waar ik voor hen mee bezig ben.’
(Eerder verschenen in Boekblad Magazine 5, 2017)

donderdag 10 augustus 2017

literair agenten in Nederland 4: Maarten Boers (Boekblad)

Als redacteur bij Amstel Sport, L.J. Veen en Nieuw Amsterdam voelde Maarten Boers zich een ambassadeur van zijn auteurs binnen de uitgeverij. Hij vond dat het leukste aspect van zijn werk. Alleen: hij werd niet betaald door de auteur maar door de uitgever. En kwam daardoor soms in situaties terecht waarbij hij het belang van zijn werkgever moest laten prevaleren – bijvoorbeeld als hij wél enthousiast is over een boek maar de uitgever niet­­­. Die spagaat wilde hij niet meer. Hij wilde auteurs honderd procent kunnen steunen.
Bovendien zag hij behoefte bij auteurs aan echte belangenbehartiging – ook al zijn lang niet alle schrijvers zich bewust van die behoefte. ‘Ik zie bij veel auteurs een onbegrijpelijk soort naïeve dankbaarheid ten opzichte van uitgevers’, vertelt Boers. ‘Zo van: Het zal wel een standaardcontractje worden. Daar wordt in mijn ogen nog weleens van geprofiteerd. Terwijl het boekenvak bestaat bij de gratie van hun creativiteit. Ik wil daarom iets voor mijn auteurs betekenen.’
In 2016 begon hij als literair agent. Hij mailde uitgever Sander Knol van Xander Uitgevers een voorstel van Nick Dijkman voor een boek met Frank Masmeijer zelfs nog voor hij een zakelijk e-mailadres had. ‘Ik had het gevoel dat het boek bij Xander goed op z’n plaats zou zijn. Dat gevoel werd door de uitgever beantwoord. Dat onderstreepte voor mij dat de keuze voor een eigen agentschap een goede was. Het boek gaat deze zomer verschijnen.’
Een jaar later heeft hij al successen gekend – vooral van Thijs Zonneveld wiens Thomas Dekker. Mijn gevecht uitstekend verkocht. Toch beschouwt hij het agentschap nog altijd als een start-up die nood heeft aan groei om echt rendabel te kunnen zijn. ‘Hoe meer auteurs hoe beter,’ zegt hij. Er gaat dan ook geen dag voorbij zonder dat hij iemand benadert om te praten over een boek. Maar ook dan heeft hij tijd nodig om te kunnen oogsten.
‘Er zijn onder mijn hoede veel mensen aan het schrijven,’ legt hij uit. ‘Dat heeft nog lang niet in alle gevallen geleid tot eerste versie of afgeronde manuscripten, die rijp zijn om uitgestuurd te worden. In eerste instantie begeleid ik auteurs dus als redacteur. Ik denk ook dat als ik mezelf vergelijk met andere agenten – met wie ik als redacteur bijna allemaal heb gewerkt – mijn kracht vooral ligt bij de redactie. Daar kunnen auteur én uitgever hun voordeel mee doen.’
(Eerder verschenen in Boekblad Magazine 5, 2017)

woensdag 9 augustus 2017

literair agenten in Nederland 3: Dorine Holman (Boekblad)

Dorine Holman is erin gerold. Ze was actief in de literaire wereld als interviewer en organisator van evenementen, kwam zo in contact met auteurs en die begonnen steeds vaker te vragen wat ze ergens van vond of dat ze iets voor hen kon regelen. ‘Ik werd echt geconsulteerd. Dat nam steeds grotere vormen aan. En toen won Jaap Scholten in 2011 de Libris Geschiedenis Prijs voor Kameraad Baron. Ik belde  voor hem boekhandels en bibliotheken om lezingen te organiseren en besloot professioneel agent te worden.’
Inmiddels heeft Holman twaalf auteurs in haar stal – onder hen Christine Otten, Frank Krake en Frank Westerman. Ze werkt zeven dagen per week fulltime voor hen. ‘Niet door boeken bij uitgeverijen onder te brengen zoals de meeste agenten. Dat is niet mijn expertise, al geef ik heus wel advies als mij vraagt wat ik denk. Ik heb me gespecialiseerd in marketing en communicatie. Dat gaat inmiddels veel verder dan wat ik destijds voor Jaap deed. Ik benader ook festivals en bedrijven, zet samenwerkingen op, werk een mediastrategie uit.’
Holman spreekt van een integrale aanpak. ‘De basis is de auteur en het boek. Wat wil die? En wat heeft het boek nodig? Ik probeer dat zo breed mogelijk te zien. Het boek heeft immers ook altijd een onderwerp waar je wat mee kunt. Ook de optredens, media-aandacht en de sociale media moeten optimaal op elkaar aansluiten. Als een auteur zelf niet op sociale media actief is, doe ik dat voor hem. Een uitgeverij kan dat nooit zo intensief doen, maar ik stem mijn activiteiten altijd af met de uitgeverij van mijn auteur.’
Zij wordt hiervoor ‘in negen van de tien gevallen’ volledig betaald door de auteur. ‘Op percentage-basis van hun inkomsten via optredens en andere dingen die ik voor hen regel’, legt Holman uit. ‘Deze manier werkt het beste voor allebei. Een auteur hoeft alleen te betalen als het hem wat oplevert, voor mij is de uitdaging om méér te doen. Maar eigenlijk vind ik het logisch als de uitgeverij mee betaalt. Zij profiteren er immers ook van als een auteur vaker optreedt en meer aandacht in de media krijgt en dus meer boeken verkoopt.’
(Eerder verschenen in Boekblad Magazine 5, 2017)