vrijdag 7 juli 2017

Interview Maranke Rinck over het verschil tussen een Zilveren Griffel en een Zilveren Penseel (Boekblad)

Maranke Rinck kreeg vorige week een Zilveren Griffel voor Tangramkat (Lemniscaat). Haar partner Martijn van der Linden kreeg een Zilveren Penseel voor hetzelfde boek. In plaats van te discussiëren over de vraag of schrijvers en illustratoren van kinder- en jeugdboeken wel gelijk worden gewaardeerd, heeft ze liever dat iedereen zich gezamenlijk inzet om het genre te promoten.

Was het groot feest bij jullie thuis?
‘Enorm. Het was zo’n verrassing. We sprongen heel hard op en neer toen we het hoorden. Daarna gingen we gewoon naar huis, hoor. We hebben drie kinderen. Die moesten we naar bed brengen. Pas de volgende dag hebben we een fles champagne opengetrokken.’

Betekent een Zilveren Griffel evenveel als een Zilveren Penseel?
‘Er zijn zeven griffels uitgereikt en maar twee penselen. Daar zit een verschil. Maar wij zijn met beide prijzen even blij. Van Martijn werd wel vaker gezegd: voor zijn tekeningen in Tangramkat gaat hij vast een Zilveren Penseel voor winnen. Hoewel wij er altijd naast zitten met onze voorspellingen denk je dan toch: het zou best kunnen. Ook over mijn werk zijn mooie dingen geschreven, maar niet zo letterlijk dat ik daar een Zilveren Griffel voor verdien. En dan krijgen we er allebei een!’

Hoeveel boeken hebben jullie nu samen gemaakt?
‘Poeh. Mijn eerste prentenboek heb ik al samen met Martijn gemaakt: Het prinsenkind uit 2004. Daarna volgden er nog drie, maar toen heeft Martijn heel veel in opdracht geïllustreerd voor allerlei auteurs en ging ik veel freelance schrijfwerk doen. Tot we een paar jaar geleden tegen elkaar zeiden: toch jammer dat het er niet meer van komt om samen iets te maken. Toen hebben we daar tijd voor vrij gemaakt. Dat leidde tot Memorykonijn. Dat was zo fijn dat we daarna Tangramkat hebben gedaan.’

Is het heel anders samenwerken met een illustrator die ook je partner is?
‘Heel anders. Normaal krijgt Martijn een verhaal met de opdracht: maak er maar tekeningen bij. Onze boeken zijn echt van ons samen. Van begin tot eind is het een soort pingpongspel. Natuurlijk schrijf ik het en tekent hij het, en toch kun je niet goed zeggen wie wat heeft gedaan. Waarschijnlijk kun je ook alleen maar zó intensief met iemand samenwerken als het ook je eigen partner is.’

En delen jullie de royalty’s dan eerlijk?
‘Ja ja, we hebben precies hetzelfde contract.’

Zo’n eerlijke verdeling tussen auteur en illustrator is toch niet altijd even gebruikelijk? Illustratoren voelen zich vaak achtergesteld.
‘Dat weet ik niet. Het verschilt per project. Ik schrijf ook educatieve prentenboeken voor Malmberg, een paar keer met Martijn. Dan is het logisch dat een uitgever meer invloed heeft op het product dan wanneer wij samen iets maken en een volledig voltooid boek bij Lemniscaat op tafel leggen. Dan krijgen schrijver en illustrator van Malmberg een eigen contract. Maar ik heb ook de heftige discussie op Facebook gelezen naar aanleiding van de uitreiking van de Griffels en Penselen – bijvoorbeeld over de nadruk die in het persbericht wordt gelegd op de schrijvers of het feit dat er minder Penselen dan Griffels zijn. Ik hou me daar liever buiten.’

Waarom?
‘Voor mij komt de discussie en zeker de felheid ervan als een verrassing. Is dat echt nodig? Het is toch niet zo dat alleen illustratoren gebrek aan aandacht krijgen? Het hele genre kinder- en jeugdboeken is in de media ondergeschikt. Ik begrijp wel dat het onterecht is dat altijd de schrijvers van prentenboeken als eerste worden genoemd. Maar we kunnen beter met z’n allen proberen de aandacht voor deze boeken te vergroten.’

Jullie uitgever behandelt jullie in ieder geval gelijkwaardig?
‘Absoluut. Bij Lemniscaat was het eerder andersom. Het is een uitgeverij die van oudsher illustratoren enorm waardeert en juist hén beschouwt als de auteur van een prentenboek. De tekst moet natuurlijk ook goed zijn, maar is niet het allerbelangrijkste. Niet dat ik me ooit minder gewaardeerd heb gevoeld door Lemniscaat, maar het heeft een tijdje geduurd voordat ik, laat ik zeggen, als schrijver dezelfde status had.’

Hebben jullie ook last gehad van het gerommel bij Lemniscaat, waardoor Koos Meinderts en Charlotte Dematons opstapten?
‘Wij zijn ontzettend tevreden. Lemniscaat laat ons volledig onze gang gaan. En als ik dan zie hoe zij onze boeken oppakken: qua vormgeving, productie, promotie. Dat hadden we nooit zelf kunnen doen. Het probleem lag ook vooral bij redactie. Wij weten zo precies wat we willen dat dat toch minder belangrijk is. Al vinden wij net als iedereen dat er een ervaren superredacteur bij moeten komen. Die is er tot nu toe niet gekomen.’

Toch moet de onrust van invloed zijn op alle auteurs.
‘Natuurlijk is het vervelend dat mensen weg gaan en nieuwe mensen komen die óók weer weg gaan – behalve op de redactie ook bij foreign rights. Dat geeft stress. Je bouwt relaties op, die te snel worden verbroken. Het is ook afwachten wat er precies gaat gebeuren met de redactie van Lemniscaat.’

En ondertussen werken jullie aan jullie nieuwe boeken samen: Knikkeruil – het prentenboek voor de Kinderboekenweek. Is dat net zo mooi als samen een Griffel en Penseel winnen?
‘We hebben er net de laatste hand aan gelegd. Eind deze week gaat het naar de drukken. En ja, het is een mooie bevestiging van dat je goed bezig bent. Martijn had twee jaar geleden al het geschenk van Harm de Jonge geïllustreerd. Toen heb ik de Kinderboekenweek van de zijlijn, als vrouw van, meegemaakt. Die ervaring geeft heel veel zin om in oktober samen in het middelpunt te staan.’

Veel kritiek onder illustratoren richt zich nu op de CPNB – als organisator van de Griffel & Penselen-uitreiking. Hoe bevalt jullie de samenwerking?
‘Heel fijn. De CPNB onthaalde ons echt als koning en koningin. En omdat Memorykonijn en Tangramkat met een spel is uitgegeven, wilden ze dat voor het prentenboek van de Kinderboekenweek ook. Ik dacht: dat is onmogelijk, het prentenboek moet toch goedkoop zijn? Maar de CPNB zette alles op alles en het is ze nog gelukt ook, al wordt het prentenboek nu 6,95 euro. Juist toen we zeiden dat het boek over knikkeren ging, wilde ze per se een spel. Eppo [van Nispen] begon helemaal te glunderen. Ik was vroeger de knikkerkoning, vertelde hij. Overigens heeft ook Lemniscaat zich enorm sterk gemaakt voor Knikkeruil, om de kwaliteit te bewaken. Zo is het een boek geworden waar we dik tevreden over zijn.’
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 29 jun) 

Geen opmerkingen: