woensdag 12 juli 2017

Interview Derk Haank (NUV/Springer Nature): 'Als je nu geen lid van het NUV wordt, wanneer dan wel?' (Boekblad)

Het Nederlands Uitgeversverbond (NUV) trekt na de reorganisatie weer nieuwe leden aan. De transitie van Springer Nature naar een businessmodel waarin Open Access leidend is, is nog niet voltooid. Derk Haank vertelt over zijn voorzitterschap bij het NUV en zijn vertrek bij Springer Nature.

U bent nu een half jaar voorzitter van de NUV. Bevalt de functie?
'Zo goed zelfs dat ik mijn eigenlijke baan er niet meer bij kan doen. Ik móést stoppen als directeur van Springer Nature. Maar nu serieus. Ik wist dat aan Springer Nature een einde zou komen. Het leek me leuk om actief te blijven in de branche waar ik mijn hele beroepsleven actief in ben geweest en het contact te hernieuwen met mensen die ik van vroeger ken.'

Door u werk bij een zo internationaal bedrijf als Springer Nature bent u een relatieve buitenstaander. Helpt u dat?
'Natuurlijk wordt je er sterker van als je over de hele wereld hebt rondgekeken, maar uitgevers hebben mijn blik niet nodig. Die kijken zelf over de grens. Aan de andere kant heb ik in mijn tijd bij Elsevier ook al heel veel in de branche actief geweest. Met cao-onderhandelingen en dergelijke. Ik ben zelfs lid van verdienste bij een zo'n club.'

Kunnen we uit het jaarverslag van de NUV opmaken dat het goed gaat met de sector?
'Wat heet goed? We hebben moeilijke jaren achter de rug – en trouwens ook nog voor de boeg, nu structureel een aantal dingen onder druk staan. Maar 2016 gaf geen verdere achteruitgang te zien. De uitgeverijen van a-boeken hebben hun oplagen op peil gehouden en 1 à 2 procent omzetwinst geboekt. De kranten niet, maar door kostenmaatregelen is hun resultaat wel gestegen. De vakbladen zien hun advertenties stabiliseren nu de economie aantrekt. Dus het pessimisme is niet meer zo groot als het was.'

Voor 2015 wordt een omzetverlies van 4,9 % voor alle ledenbedrijven bij elkaar genoteerd. Voor 2016 groeit dat weer?
'Ik weet niet of die cijfers er al zijn. We gaan in ieder geval uit van stabilisatie.'

'Structureel staan een aantal dingen onder druk', zei u. Waar doelt u op?
'Het allergrootste probleem, zoals ik ook bij de jaarvergadering zei, is dat de leestijd toeneemt, maar de commerciële benutting ervan niet. Uitgevers kunnen de leestijd nog altijd omzetten in advertenties, maar niet meer zo veel als vroeger. Facebook en Google nemen het leeuwendeel van de advertenties in met de leestijd die uitgevers creëren. Daar moeten we iets op bedenken. Wat, weet ik ook niet precies. Meedelen in hun opbrengsten, centrale heffingen, belasting. Alles lijkt me beter dan nu, met het gevaar dat de redactionele bron opdroogt.'

En voor uitgeverijen die niet afhankelijk zijn van advertenties – zoals boekuitgeverijen?
'Voor boekenuitgeverijen zijn de uitdagingen minder groot. Bij de opkomst van het e-boek bestond de neiging de groeilijn door te trekken. Dus hoorde je tien jaar geleden: in 2017 bestaan geen papieren boeken meer. Dat blijkt niet het geval. Er is integendeel een evenwicht tussen papieren en e-boeken ontstaan. Dat is goed. Een probleem is eerder de straf op digitaal lezen in de vorm van hogere btw. Maar dat gaat verdwijnen. Iedereen is het daarover eens, het is alleen nog de vraag wanneer het precies wordt ingevoerd.'

In het jaarverslag dat uitgevers in 2016 volop investeerden in innovatie én dat 2016 het jaar van back to basics was – na jaren van experimenteren en investeren. Hoe is dat met elkaar te rijmen?
'Ik denk dat beide waar is. De tijd van wilde experimenten is voorbij, maar iedereen innoveert nog wel. Neem de introductie van internet. Iedereen wilde aanwezig zijn op internet en iedereen probeerde wat anders. Nu zijn websites gestandaardiseerd. Dus ligt ieders nadruk op het exploiteren van de portfolio – terwijl het lanceren van een nieuwe site voor een individueel bedrijf nog altijd een innovatie is.'

En zo geldt dat voor alle technologische vernieuwingen in de uitgeverij?
'In den brede: ja. Kranten experimenteerden volop en nu zie je een standaardmodel ontstaan: doordeweeks een e-krant en in het weekend een dikke, papieren zaterdagkrant. Boekenuitgeverijen probeerden van alles met het e-boek, nu zie je dus een evenwicht waarbij papier en e-boek elkaar aanvullen. Al is het mijn privémening dat iedere koper van een boek daar meteen het e-boek bij moet krijgen. Daar gaat het ook heen, denk ik.'

Wat zijn de voornaamste uitdagingen voor het NUV zelf?
'Wat heel goed gelukt is, is de reorganisatie van de organisatie. De ervaring leert dat als het slecht gaat in een sector de brancheorganisatie de laatste is die inkrimpt. Het NUV heeft pro-actief de koppen bij elkaar gestoken en flink in eigen vlees gesneden. De kosten zijn met een kwart gedaald en van de overige kosten is een derde flexibel gemaakt. Het NUV is daarmee verder gegaan dan de leden zelf. Ik vind dat heel goed. Dat is ook de reden dat ik voorzitter ben geworden. Omdat ik er voor pleitte dat het voorzitterschap een onbetaalde functie werd, vond ik het een goed signaal om daar zelf het eerste slachtoffer van te worden. Nu moet de reorganisatie alleen worden afgerond.'

Hoe?
'De verlaagde kosten moeten volgens een nieuwe systematiek worden verdeeld over de leden. Een werkgroep is daarmee aan de slag. En er moet een bestuursmodel komen waarbij de activiteiten van het NUV worden afgestemd met die van de clubs daaronder, zoals de GAU en NDP Nieuwsmedia.'

Dat zei u bij uw aantreden een half jaar geleden ook al.
'Maar er zijn ook stappen gezet! Voor het bestuursmodel ligt een aanbeveling die het NUV-bestuur inmiddels heeft geaccordeerd. Binnen een half jaar is dat afgerond.'

En dan komt er energie vrij voor nieuwe dingen?
'Persoonlijk trof ik een club aan waar meer dan voldoende energie was. Omdat het NUV is afgeslankt en er overlap is tussen de mensen die het algemene beleid uitzetten en mensen die voor de afzonderlijke clubs werken, wordt ook beter samengewerkt. Maar het moet ook niet te veel elan hebben. De leden willen dat we ons beperken tot vier speerpunten: auteursrechten en collectieve rechten, digitalisering en innovatie, sociaal beleid en HR, en privacy en big data. Dat gaan we doen. Op termijn evalueren we dat.'

Blijkens het jaarverslag wordt veel werk gemaakt van het repareren van de schade als gevolg van de Europese uitspraak in de zaak HP versus Reprobel, waardoor uitgevers geen recht zouden hebben op vergoedingen uit collectieve rechten.
'Zeker. Dat is bij uitstek een dossier waarvan je zegt: als er nog geen brancheorganisatie was, moesten we er een oprichten. Hier kan een individuele uitgeverij geen vuist maken.'

Is de reparatie al in zicht?
'Er wordt hard aan gewerkt. Ook op Europees niveau is er inzicht dat uitgevers recht hebben op een legitiem aandeel in de vergoedingen. Het heeft tijd nodig. Als het binnen twaalf maanden is geregeld, zou ik tevreden zijn. Iedere maand dat deze situatie duurt, kost dat uitgevers geld. In Nederland valt dat nog mee, omdat de uitbetaling gewoon doorgaat. Maar in Duitsland niet. Heel schadelijk voor uitgeverijen daar.'

Leidt de reorganisatie ook tot ledengroei? Het jaarverslag suggereert van wel.
'Ik heb het mijn persoonlijke speerpunt gemaakt om uitgeverijen die geen lid zijn te overtuigen. Afgehaakte leden en nieuwe uitgeverijen. De organisatie stáát en het kost minder dan vroeger. Dus als je nu geen lid wordt, wanneer dan wel? Er zijn geen excuses meer. En het werkt. Welke uitgeverijen opnieuw lid worden, wordt binnenkort bekend gemaakt.'

U moest stoppen bij Springer Nature vanwege uw voorzitterschap, grapte u al. Kreeg u veel reacties op de aankondiging vorige week?
'Het was hartverwarmend, zoals je dat noemt. Mensen die opgelucht zijn dat ik ga, melden zich natuurlijk niet. De algemene teneur was: we begrijpen dat het er een keer van moest komen, maar we hadden het niet zien aankomen. Dat beschouw ik als een compliment, omdat ik blijkbaar nog niet moe, oud en der dagen zat op het werk verscheen.'

Maar het was het juiste moment.
'Zeker. Door mijn leeftijd, en omdat de fusie tussen Springer en Nature na twee jaar is afgerond. Met groot succes, kan ik zeggen. Er is een bedrijf neergezet dat goed draait. Dus is er tijd voor nieuw elan. Want anders dan een brancheorganisatie kan een onderneming daar niet genoeg van hebben. Met Daniel Ropers hebben we iemand dat absoluut zal inbrengen.'

Is het ook tijd voor nieuwe initiatieven bij Springer Nature? Of is de transitie naar digitalisering en Open Access nog niet helemaal afgerond?
'De digitalisering wel. Het nieuwe businessmodel nog niet. Je gaat over van een Big Deal met grote instellingen naar individuele betaling met wetenschappers – die daarna hun werk vrij beschikbaar stellen. Open Access dus. Dat is nog niet zo makkelijk. In Nederland zijn inmiddels overeenkomsten met alle universiteiten. We zijn nu in gesprek met Duitsland. En zo ga je landje voor landje de hele wereld over, waarbij men niet in elk land hetzelfde wil. Amerikanen willen iets anders dan Europeanen, en in Azië denkt men er weer anders over. Daar is Daniel zeker nog wel een jaar of tien mee bezig.'

Maar hij gaat vast meer doen dan alleen op de winkel passen.
'Als het profiel voor mijn opvolger was geweest: op de winkel passen, dan waren we zeker niet bij Daniel uitgekomen. Hij zal eigen accenten zeggen en nieuwe dingen bedenken, daar ben ik van overtuigd. Maar het invoeren van het nieuwe businessmodel, ja, dat zal hem ook een paar jaar bezig houden.'

Gaat u zelf naast het NUV-voorzitterschap meer doen in de uitgeverijen – bijvoorbeeld bij Singel Uitgeverijen, waarvan u grootaandeelhouder ben.
'Nee hoor. De leiding daarvan is in bekwame handen van het management. Ik hoop alleen dat ik meer tijd krijg om hun mooie producten te lezen – al wil ik niet minder werken, maar anders werken, door niet langer eindverantwoordelijk te zijn voor zo'n wereldwijd bedrijf met 13.000 werknemers. Dat geeft dagelijks toch veel druk. Wat ik precies ga doen, weet ik niet. Ik zie wel wat er op mijn pad komt. Ik heb een brede belangstelling dus ik hoef me niet per se te beperken tot investeringsmogelijkheden of commissariaten in de uitgeverij. Voorlopig zit ik nog een half jaar bij Springer Nature.'
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 5 jul)

Geen opmerkingen: