maandag 3 juli 2017

Esther Gerritsens schrijfles 4: Hoe een roman te besluiten (Schrijven magazine)

Met ieder nieuw boek verrijkt Esther Gerritsen haar inzicht in het ambacht van schrijven. Wat heeft haar eigen oeuvre haar geleerd? Een schrijfcursus in vier lessen – 4: hoe een roman te besluiten.

Esther Gerritsen vertelt enthousiast over de film Thelma & Louise van Ridley Scott, waarvan ze ooit een ‘making of’ zag. In deze feministische klassieker uit 1991 verruilen een serveerster en een huisvrouw hun vervelende mannen voor het avontuur on the road. Onderweg vermoorden ze een verkrachter en krijgen ze de politie achter zich aan. Aan het slot rijden ze met hun ’66 Thunderbird een canyon in.
‘Eigenlijk weet je al heel lang: ze gaan dood of de gevangenis in. Maar wat zie je? Ze rijden op de canyon af, de auto gaat omhoog, de lucht in. En dan stopt de film. Het laatste wat je ziet, zijn die twee vrouwen: lachend, alsof ze de vrijheid tegemoet gaan. Dat geeft de kijker een gevoel van bevrijding. Zij zijn de helden. Als de film vijf seconden langer was doorgegaan, had het einde een ander gevoel gegeven. De makers leggen dat in die 'making of' heel helder uit. In de film werkt het ook heel helder.'
Zó moet je het slot timen, legt de schrijfster uit: dat je de lezer precies het juiste gevoel, met alle gewenste ambiguïteit, meegeeft. En daarvoor is het niet alleen nodig dat je exact weet wat je vertelt, zoals ze al eerder in deze reeks heeft betoogt, maar ook wat er gevoelsmatig en cognitief bij de lezer gebeurt.

Neem Roxy. De roman beschrijft de verwarring van de 27-jarige schrijfster nadat haar man is omgekomen bij een auto-ongeluk en zij zo ook te weten komt dat hij haar bedroog met een stagiaire. Wat moet ze doen? Met haar vader, met wie ze een getroebleerde relatie heeft? Met haar dochter, voor wie ze nu alleen moet zorgen? Alle raad van de mensen die voortdurend om haar heen zijn, maakt de wanorde in haar hoofd alleen maar groter.
Het slot van deze roman is expliciet open gelaten om de lezer een optimistisch gevoel te bezorgen. Gerritsen: ‘Ik wist dat Roxy uiteindelijk ervoor kiest wél voor het kind te zorgen. Dat ze voor het goede kiest. Maar waar moest ik het verhaal dan stoppen? Als ze de keuze heeft gemaakt of vlak daarvoor? Of juist daarna: als ze al bezig is te proberen en het misschien helemaal niet lukt? Het gaat erom hoeveel hoop ik de lezer wil geven. Dat bepaalde het einde.’
Ook voor Broer deed ze haar best bij de lezer de juiste emotie op te roepen. ‘De goede smaak gebiedt dat het met een vrouw als Olivia niet goed komt. Maar ik wilde dat ogenschijnlijk goede einde, dat de hoofdpersoon zelf haast niet kan geloven en de lezer misschien bijna ook niet, om te tonen dat de ellende in het hoofd van de hoofdpersoon zit en niet daarbuiten. Misschien wilde ik dat ‘hoofd’ een keer niet laten winnen.'

Maar zoals Gerritsen steeds heeft betoogd: er zijn geen vaste regels voor een schrijver. Iedereen kan een roman ook volledig anders eindigen – als je het tenminste op een of andere manier waar maakt. ‘A.M. Homes laat haar boeken soms ongelooflijk goed aflopen. Dat je denkt: dit gaat te ver. Alles is weer gezellig bij elkaar gekomen, en dan gaat het nóg twintig bladzijden door. Juist omdat ze het zo erg uitgesponnen is, het zo zonder twijfel is gedaan, ga ik er toch in mee. Het heeft iets rebels.'
Eigenlijk zou een schrijver daarom ook zijn eigen ideeën – ook over wat een goed slot is – eens moeten negeren en precies het tegenovergestelde doen. Het kan de tekst alleen maar avontuurlijker en rijker maken.

Geen opmerkingen: