vrijdag 6 mei 2016

Stephan Enters schrijflessen 4: de vrije indirecte rede (Schrijven Magazine)

Bij ieder boek stelt Stephan Enter zichzelf voor nieuwe uitdagingen. Wat heeft zijn eigen oeuvre hem geleerd? Een schrijfcursus in zes lessen – 4: de vrije indirecte rede.

Voor een uitleg over de vrije indirecte rede verwijst Stephan Enter graag naar James Wood. In How Fiction Works legt de Britse criticus van voornamelijk The New Yorker ragfijn uit wat dit perspectief is, zegt de bewonderende schrijver. Het komt neer op een kruising tussen de eerste en derde persoon enkelvoud. Je kruipt helemaal in je personage, maar geeft diens gedachten en gevoelens weer in de derde persoon. Het is het perspectief dat Enter voor Grip koos, zijn meest succesvolle boek tot nu toe.
'De vrije indirecte rede heeft als voordeel dat je een soort onpartijdigheid suggereert die er misschien niet is. Dat geeft het verhaal een interessante spanning. Een tweede voordeel is dat je veel bloemrijker kunt zijn. Je kunt als alwetende verteller observaties doen die een ik-verteller nooit zou doen. Je hoeft de gedachten van het personage immers niet letterlijk weer te geven, je suggereert ze. Dat geeft je ook veel mogelijkheden om een situatie uit te diepen.'

Enter kwam zelf via een andere weg tot dit perspectief. Hij leerde Woods boek uit 2008 later kennen. Hij overwoog dat de vrije indirecte rede goed paste bij Grip. Hij vertelt daarin achtereenvolgens vanuit Paul, Martin en Vincent hoe zij een cruciale gebeurtenis tijdens een gezamenlijke vakantie in de Lofoten hebben beleefd, terwijl ze op weg zijn om elkaar voor het eerst in jaren weer te ontmoeten.
'De vrije indirecte rede is gemaakt voor Grip. Stel je voor dat de lezer de personages achtereenvolgens in de eerste persoon zou horen. Dan moest hij na ieder deel schakelen. Nu gaat de overgang soepeler. De toon blijft dezelfde, er is de illusie dat er een verteller van buiten is. Maar vooral: dit boek gaat over denken en herinneren. Ze twijfelen, mijmeren, reflecteren. Dankzij dit perspectief kun je dat doen zonder dat je steeds bij iedere gedachte moet schrijven: twijfelde hij. Of: dacht hij.'

Hoe komt een schrijver erachter of een perspectief werkt dat hij nooit eerder heeft gebruikt? 'Je moet heel zorgvuldig met die keuze omgaan', zegt Enter. 'Je zit er een heel boek aan vast. Je moet dus goed de consequenties overwegen – wat kan nog wel? wat niet meer? En wat het mogelijk oplevert. Ik herinner me dat ik in mijn dagboek heb gefilosofeerd over die keuze. Ook ging ik op zoek naar een goed boek waarin het perspectief werd gebruikt.'
Het boek waarin hij uiteindelijk een voorbeeld vond was Mrs. Dalloway van Virginia Woolf. 'Een meesterwerk. In dit boek zag ik dat waar ik over piekerde echt kan. Dat heeft me het laatste zetje geven om het te proberen. Woolf schuift voortdurend het ene personage in en het andere uit, zonder steken te laten vallen. Je ziet vaak schrijvers die het onbewust gebruiken, maar dan gebeurt het nooit foutloos. Dat de vrije indirecte reden daarom tricky is, vond ik ook spannend.'
Wat kan er dan fout gaan? Enter legt uit: 'Je schrijft bijvoorbeeld snel: "..., zei hij wanhopig". Dat lijkt te kunnen, maar nee, je denkt nooit over jezelf: wat denk ik wanhopig. Dat moet dus worden: "... zei hij en meteen hoorde hij hoe wanhopig hij klonk." Je moet het perspectief heel secuur gebruiken. Dat maakt het interessant.'
(Eerder gepubliceerd in Schrijven Magazine 2016/1)

Zie ook:
- Les eentwee en drie

Geen opmerkingen: