zaterdag 14 november 2015

Stephan Enters schrijflessen 2: Een milieu tot leven wekken (Schrijven magazine)

Bij ieder boek stelt Stephan Enter zichzelf voor nieuwe uitdagingen. Wat heeft zijn eigen oeuvre hem geleerd? Een schrijfcursus in zes lessen – 2: een milieu tot leven wekken

Hoe gaat het eraan toe op een schermvereniging? Hoe staan conservatoriumstudenten in het leven? In een kort verhaal kan een schrijver zulke specifieke milieus nooit tot in detail oproepen. 'De ruimte is te beperkt', zegt Stephan Enter. 'Je zet wat scènes neer en dat is het. Als je het toch probeert, creëer je een waterhoofd. De lezer denkt dan snel: kom op, dit is een verhaal, terug bij de les.'
Dus toen Enter na zijn debuut begon aan de roman die Lichtjaren zou worden, wilde hij – zoals je ook ziet in werk van bijvoorbeeld Dickens en Proust – de lezer in voor hem onbekende werelden meevoeren. Hoewel de liefdesgeschiedenis van Nils en Hella, die elkaar leren kennen op een schermvereniging, niet autobiografisch is, baseerde Enter zich daarbij wel degelijk op eigen ervaringen.
'Ik heb zelf geschermd', vertelt hij. 'Ik heb een relatie gehad met een studente van het conservatorium. Ik kreeg zo toegang tot milieus die de meeste mensen weinig vertrouwd zijn. Dat is goud voor een schrijver. Het gepiep van schoenen op de mat tijdens een schermwedstrijd. Het gerinkel van degens tegen elkaar. Alleen als je dat ooit hebt gehoord kun je het zó opschrijven dat het echt is.'

Natuurlijk kan iedere schrijver research doen. Boeken lezen over schermen. Conservatoriumstudenten interviewen. Maar het gevaar op fouten is dan groter, vindt Enter. 'Een lezer moet erop kunnen vertrouwen dat een schrijver weet waarover hij het heeft. Alleen dan laat hij zich meevoeren. Een lezer die een schrijver betrapt op een slordigheidje, doet gelijk twee stappen naar achter.'
Essentiëler is het gevaar op het romantiseren van een milieu. Een voorbeeld vindt Enter De Nederlandse maagd van Marente deMoor: ook een roman over schermen, maar een die hij na een bladzijde of tachtig weglegde. 'Zij beschrijft alleen de gloed van het schermen. Het ridderlijke, het schreeuwen als je een uitval doet, kortom, het pathetische clichébeeld. Ik vond het moeilijk te geloven dat ze zelf had geschermd.'
Voor Enter is een milieu pas goed neergezet als het in zijn volledigheid wordt geschetst. 'Literatuur lezen betekent voor mij het inzicht in het leven verdiepen – of op zijn minst dat ik erover aan het denken wordt gezet. Een boek wordt daarom pas echt interessant als iemand beide kanten laat zien. Zoals Proust die de hoogste kringen beschreef: de glans, maar óók de vulgariteit ervan.'

Aan de andere kant is schrijven over de werelden die je kent evenmin zonder risico. Ook op de schaal van de roman is het mogelijk een milieu met zo veel bijzonderheden te beschrijven dat de lezer verveeld afhaakt. Bijvoorbeeld door het geven van details die niet specifiek en dus overbodig zijn. Een kantine van een schermvereniging wijkt echt niet zo veel af van de kantine van andere sportverenigingen.
Enter: 'Iedere auteur schrijft voortdurend te wijdlopige scènes. De kunst is te schrappen. Hoe meer ervaring je hebt, hoe sneller je gaat zien welke passages eruit moeten. Ik zie dat nu ook beter dan toen ik Lichtjaren schreef. Ik heb de roman in 2012 voor de vierde druk herzien: van 318 bladzijden werden het er 300. Woordjes met te weinig zeggingskracht, te nadrukkelijke bijvoeglijke naamwoorden – het moest er allemaal uit.'

Mocht een schrijver het daarentegen zelf niet zien: laat altijd je tekst lezen. 'Ik heb gelukkig een aantal goede meelezers die recht in mijn gezicht durven zeggen: wat je nu doet, werkt niet. De ene is scherp in de psychologische karaktertekening, de ander is een kommaneuker. Zulke mensen moet je koesteren. Ik kan aspirant-schrijvers alleen maar aanraden om zo'n groepje lezers te verzamelen.'
(Eerder gepubliceerd in Schrijven Magazine 5, 2015)

Zie ook:
- Les een

Geen opmerkingen: