maandag 30 november 2015

Ik kom terug: Natuurlijk legt moeder-Van Dis de uitgelezen boeken op de stapel KW

'Maar wat deed dat vele lezen met haar? Terwijl ik De bekentenissen van Zeno alleen maar rokend had kunnen lezen of me om het hoofdstuk moest afrukken bij Ik Jan Cremer, legde zij een roman na lezing onbewogen op de stapel KW – Kan Weg.'
(Uit: Ik kom terug, Adriaan van Dis, p. 72)

Adriaan van Dis' moeder, dat wil zeggen: de moeder die hij presenteert in zijn Libris-winnende roman Ik kom terug, hield van lezen. Haar hele leven lang. Drie à vier boeken per week, de een na de ander. Als moeder en zoon begin jaren zestig tegelijk in de huiskamer lazen 'haalde zij makkelijk zestig bladzijden per uur. Ik sukkelde tegen de twintig.' Maar ja – zie het bovenstaande citaat – wat deed het met haar?
De suggestie is dat de moeder, anders dan de latere schrijver zelf, alleen maar las om de tijd te doden. Of op zijn best om escapistische redenen. De voorliefde voor esoterie doet ook vermoeden dat ze het genot van een literaire sensatie niet kende. 'Als een detective te spannend werd', staat er ook nog, 'legde ze hem weg om de zenuwen met een ernstiger boek af te koelen.'
Maar Van Dis' moeder was gewoon ouder. Welke vijftigplusser voelt nog de behoefte te kettingroken bij een meeslepend boek? Om zich af te rukken bij een seksueel opwindend boek? Als je zelf nog een tiener bent snap je dat niet.
Ikzelf behoor nog niet tot die leeftijdscategorie, maar ik merk wel hoe makkelijk ik tegenwoordig een boek na lezing onbewogen op de stapel KW leg – Kan Weg. Mijn boekenkast is vol, waarom zou ik ruimte maken voor een roman die 'best aardig' was? Alleen boeken van een auteur die ik volg mogen in de kast. En boeken ja die me echt iets doen. Maar die worden steeds zeldzamer.
 Later in Ik kom terug blijkt dat deze theorie inderdaad voor Van Dis' moeder opgaat. In Indië, vertelt ze op p. 190, leende de officiersvrouwen elkaar 'gesuikerde verhalen over kleuterjuffrouwen die met rijke planters trouwden'. Een boek als Rubber van Madelon Székely-Lulofs hield ze voor zichzelf. Zulke schandalige romans, die het leven van de planters eerlijk beschreven, durfde ze niet uit te lenen.
Ze wist dus echt wel onderscheid te maken tussen goede literatuur en flutboeken.

Zie ook:
- De 'gevreesde' schrijver van Thomas Verbogt
- Niña Weijers in 'De consequenties' over literatuurliefhebbers

Geen opmerkingen: