maandag 14 september 2015

Stephan Enters schrijflessen 1: Het zintuiglijk detail (Schrijven magazine)

Bij ieder boek stelt Stephan Enter zichzelf voor nieuwe uitdagingen. Wat heeft zijn eigen oeuvre hem geleerd? Een schrijfcursus in zes lessen – 1: het zintuiglijke detail.

Ooit kreeg Stephan Enter voor zijn verjaardag een schrijfboek cadeau. Hoe schrijf ik een goed verhaal van de Amerikaanse sf-schrijver Damon Knight. Hij was een jaar of twintig, wilde schrijver worden, maar kon toch weinig met dit boek. Pas toen Enter het boekje jaren later opnieuw doorbladerde, voelde hij bij allerlei tips een schok van herkenning. O ja, dacht hij, dat is een gevaar. Inderdaad, dat kun je beter niet zo oplossen.
'Ik denk,' zegt hij nu, 'dat een schrijver niets heeft aan kant en klare oplossingen als hij zelf nog weinig heeft geprobeerd. Schrijven is een ambacht. Je kunt het gewoon leren, dat is het mooie eraan. Maar een schrijver moet eerst zijn handen vies maken. Je moet met een probleem hebben geworsteld voor je in aangereikte oplossingen snapt waarom je iets zó moet aanpakken; voor je de oplossing herkent.'

Toch is de les die Enter trekt uit zijn debuut – de zes lange verhalen tellende bundel Winterhanden – geschikt voor beginners: zoek details. 'Details wekken een scène tot leven. Scherpe en originele details, die zo veel mogelijk aan de zintuigen appelleren. Als een lezer meteen iets ruikt of voor zich ziet, komt een verhaal beter bij hem binnen. Is hij meer geneigd om erin mee te gaan.'
Teruglezend in 'Schijngestalte' stuitte Enter op een passage waarin zijn hoofdpersoon zijn aandacht richt op het weer buiten: 'Hij keek naar het raam en zag dat er grote sneeuwvlokken tegenaan woeien, die na een poosje langzaam naar beneden gleden en een glinsterend slakkespoortje achterlieten.' Dát beeld, tegelijk herkenbaar en origineel, maakt dat je de student echt in die kamer ziet staan.
Ander voorbeeld. In 'Bederf' komt een grootvader voor, waarmee de hoofdpersoon een speciale band heeft. 'Die man kun je in algemene termen beschrijven. Hoe oud hij is, wat voor beroep hij had enzovoort. Maar hij gaat pas leven als je hem specifiek beschrijft. Met de haren die uit zijn oren groeien. Of de manier waarop hij opstaat uit zijn stoel door zich met beide handen op de leuning omhoog te duwen.'

Sprekende details vindt een schrijver door concentratie op het verhaal. 'Door de personages en gebeurtenissen te visualiseren en goed op te letten. Toen ik aan "Bederf" werkte, zat ik in de trein tegenover een man van tachtig. De kans om hem te observeren heb ik niet laten liggen. Als schrijver moet je voortdurend alert zijn. De ideale schrijver is altijd honderd procent alert. Helaas lukt mij dat niet.'
Details vallen hem niet alleen in als hij een personage of scène daadwerkelijk schrijft. Dat gebeurt ook in een eerder stadium. Als Enter een plot heeft uitgewerkt waarin een grootvader een cruciale rol heeft, noteert hij alles wat hem invalt. Wat herinnert hij zich van zijn eigen opa's? Wat deden andere oude mannen die hij ontmoet heeft? 'Als je echt in een verhaal zit, komt er heel veel boven.'
Ook is een detail na het schrijven nooit meteen definitief. 'Als een ontevredenheid over een passage doorzanikt, is vaak het detail toch niet goed. Dan blijf ik er over nadenken tot me opeens het juiste detail te binnen schiet. Ik ben echt geen geniale observator, maar als je een goed verhaal wilt schrijven, moet je een talent voor observeren ontwikkelen. Het schrijven dwingt je daar simpelweg toe.'
(Eerder gepubliceerd in Schrijven Magazine 4, 2015)

Zie ook:

Geen opmerkingen: