zondag 21 september 2014

Zo lang Stefan Verwey erover tekent, blijft het boek bestaan (Knack)

Al twee decennia neemt Stefan Verwey met zijn literaire cartoons het boekenvak op de hak. De jubileumuitgave en tentoonstelling doen hopen dat de tekenaar nog twintig jaar doorgaat.

Neem deze cartoon. Een vrouw staat bij de informatiebalie in een druk warenhuis. De ene werkneemster zegt tegen de ander: 'Mevrouw vraagt naar de boekenafdeling. Hebben we die nog?' Of deze. Een sullige schrijver staat op het punt zijn handtekening in een boek te zetten. Zegt de vrouw voor wie hij het doet: 'Die botergeile passages heeft u zeker verzonnen'. Vooruit, een derde voorbeeld: Een man met een grimmige blik zit in de huiskamer achter zijn laptop. Verklaart tegen zijn vrouw: 'Mijn boek niet uitgeven... Ik leg nu hun server plat'.
De cartoons van Stefan Verwey over het literaire leven brengen je iedere keer weer aan het lachen – al zie je ze voor de zoveelste keer. Een stuk of duizend maakte hij er sinds hij er in 1994 voor de boekenbijlage van de Volkskrant mee begon (enige tijd ook overgenomen door De Standaard der Letteren). De beste zijn nu ter gelegenheid van zijn twintigjarig jubileum gebundeld in Hoe open ik een boek. In het Persmuseum in Amsterdam is nog tot 28 september onder dezelfde titel een tentoonstelling te zien over Verweys literaire cartoons.
Zelf verklaart de 68-jarige tekenaar het succes uit het feit dat zijn prenten over het leven zelf gaan. De vernederingen én het succes van de schrijver, die de ene keer lange rijen aan zijn signeertafel heeft en de andere keer voor niets komt, weerspiegelen de vernederingen en het succes van ieder mens. Daarom kon hij ook zo veel langer met deze serie doorgaan dan de vier, vijf jaar die hij aanvankelijk voor ogen had. Maar de insider van het boekenvak herkent vooral de pijnlijkste gedachten van schrijvers, uitgevers, boekverkopers en lezers die Verwey haarfijn bloot legt.
Neem de cartoons uit de eerste alinea. De vrouw in het boekloze warenhuis toont de grote vrees dat binnenkort nooit meer iemand een boek ter hand neemt. De sullige schrijver die geen geloofwaardige seksscènes heeft geschreven, speelt perfect in op de angst van vaak morsige auteurs dat ze niet serieus worden genomen - én de angst dat hun werk als te autobiografisch wordt gezien. Eigenlijk is het helemaal niet grappig. Alleen omdat het zo'n pijnlijke uitvergroting is, moet je er tóch om lachen. En vaak onbedaarlijk ook.
De kracht van de cartoons zit hem in zijn eenvoud. Heldere zwart-witte tekeningen met hooguit enkele gearceerde kledingstukken – een stijl die je onmiddellijk uit duizenden herkent. Maar ook in de anonimiteit van zijn personages. Auteurs en uitgevers zijn nooit te herleiden tot bestaande personen. Daardoor ontbreekt wellicht iets vileins dat sommige literaire tekeningen van Peter van Straaten wel hebben, maar je wordt ook niet afgeleid door overbodige informatie. De cartoons bevat niets anders dan de essentie van waar het een grap over wil maken. Dat is onvervalst vakwerk.
(Eerder gepubliceerd op Knack.be, 19 sep)

Geen opmerkingen: