donderdag 30 januari 2014

Anna Louw, 'Kroniek van Perdepoort'

Wat grappig dat Kroniek van Perdepoort van Anna Louw, oorspronkelijk in 1975 in het Afrikaans verschenen, uitgerekend dit jaar in Nederlandse vertaling is gepubliceerd. De roman speelt zich af op 7, 8 en 9 maart. Net als in de roman vallen die in 2014 op vrijdag, zaterdag en zondag. Ik kan me voorstellen dat dit de gedachte oproept: dan ga ik deze klassieker op die dagen lezen – zoals er ook mensen zijn die De avonden van Gerard Reve herlezen op dezelfde dagen waarop de roman zich afspeelt. Helaas is dat in dit geval onmogelijk. Anna Louw vertelt haar geschiedenis in omgekeerde volgorde.
De roman beschrijft eerst de kerkdienst en de gesprekken na afloop op zondag 9 maart. Daarna volgt de herbegrafenis van pater familias Koos Lotriet op zaterdag 8 maart, waar het zestien jaar geleden overleden lichaam uit de kist valt. En tot besluit volgt de auteur de wijze waarop de vijf zonen van Koos en hun famillieleden en zwarte bedienden de dag voorafgaand aan de grote dag doorbrengen.
Deze structuur is de voornaamste attractie van Kroniek van Perdepoort. Het is knap hoe Anna Louw via de verhalen en geruchten die de dorpsgenoten van de familie Lotriet vertellen, eerst op een subtiele manier laat doorschemeren hoe iedereen op hen neerkijkt. Terloops en onnadrukkelijk vermeldt ze de belangrijkste feiten die je als lezer moet weten, met een tragische onthulling aan het einde van deel twee. Daarna – als je, bijna zonder het in de gaten te hebben, al een negatief beeld van de familie Lotriet hebt – zoomt ze in het derde deel, dat bijna driekwart van de roman beslaat, op de familie zelf in: hun zorgen, hun onderlinge spanningen, hun karakter, die de fatale gebeurtenissen op de dag van de herbegrafenis hebben veroorzaakt.
De twee motto’s van de roman benadrukken de zonde die in ieder mens huist. De preek van de dominee in het eerste deel gaat ook over de zonde. Dan ben je al snel geneigd om de Lotriets te zien als verpersoonlijking van de zeven hoofdzonden: hoogmoed, hebzucht, wellust, jaloezie, gulzigheid, woede en luiheid. De achterflap die ik, zoals altijd, pas na afloop las, bevestigt dat expliciet. Je kunt eenvoudig aanwijzen wie welke hoofdzonde vertegenwoordigt. Tweede zoon Attie lijdt aan hebzucht, jongste zoon Chris aan wellust, etcetera.
Is dat schematisch? Wordt het karikaturaal? Twee keer: nee. Anna Louw schrijft daarvoor te goed. De levendige beschrijvingen en de impliciet gehouden oordelen maken ieder personage tot een mens van vlees en bloed. Wel geeft dit onderwerp de roman iets gedateerds. Of nee, dat zeg ik niet goed: je voelt dat Kroniek van Perdepoort stamt uit een voorbije tijd – in ieder geval als Nederlandse lezer. Een zo van religie doordrenkte roman wordt in dit geseculariseerde land eigenlijk niet meer geschreven. Er zijn nog altijd uitsluitend mensen met gebreken, maar we bekijken ze zelden meer door het prisma van de bijbel.

Zie ook:
- Interview met Wannie Carstens
- Adriaan van Dis, 'Tikkop'

Geen opmerkingen: