zondag 22 december 2013

Heeft leesbevordering op scholen negatieve effecten voor schrijvers? (Bibliotheekblad)

Bibliotheken werken nauwer samen met scholen. Het concept 'De bibliotheek op school' moet landelijk worden uitgerold. Krijgen auteurs daardoor substantieel minder inkomsten uit het leenrecht? Zij maken zich daar grote zorgen over.

Een onderwijsinstelling hoeft geen leenrecht af te dragen voor uitleningen via hun eigen bibliotheek. Dat staat al bijna twintig jaar in de Auteurswet. Schrijvers hebben daar onverminderd begrip voor, zegt Tanja de Jonge van de werkgroep jeugdboeken van de Vereniging van Letterkundigen (VvL). 'Scholen hebben weinig geld voor een schoolbibliotheek. Als ze ook nog leenrecht moeten betalen, komt er helemaal geen schoolbibliotheek. Dat zou in het kader van de leesbevordering ongewenst zijn.'
Maar wat als openbare bibliotheken steeds meer boeken via een schoolbibliotheek aan kinderen en jongeren uitlenen? Door de grote bezuinigingen hebben bibliotheken de afgelopen jaren vestigingen moeten sluiten. Om toch zo veel mogelijk leerlingen te blijven bedienen, is ter compensatie de samenwerking met scholen aangehaald. Dat geen leenrecht meer hoeft te worden betaald over uitleningen via een schoolbibliotheek, is een mooie extra besparing. Maar auteurs zit dat niet lekker.
Dan wordt het vanuit hun perspectief nog erger. Kunst van Lezen, een initiatief van Stichting Lezen en het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken (SIOB), heeft het concept 'De bibliotheek op school' opgezet, dat de komende jaren landelijk moet worden uitgerold. De bedoeling is: leesbevordering. Maar de uitwerking, met boeken op school en een gecombineerd lidmaatschap van de schoolbieb en de openbare bieb, heeft als neveneffect dat er geen leengeld meer wordt afgedragen.
'Prachtig natuurlijk, dat op alle scholen een mooie collectie staat. Maar er lijkt geen aandacht te zijn geweest voor de consequenties die dit kan hebben voor schrijvers,' zegt De Jonge, 'Dat zien wij met lede ogen aan. Veel jeugdboekenauteurs zijn voor een substantieel deel van hun inkomen afhankelijk van het leenrecht. Bovendien is dit concept geïntroduceerd zonder met schrijvers hierover te praten.'

Om te beginnen de verschuiving van uitleningen aan leerlingen van een openbare bibliotheek naar een schoolbibliotheek. Om uit te zoeken of die werkelijk plaatsvindt, verricht Stichting Leenrecht onderzoek. 'In 2012 waren er circa 100 miljoen uitleningen, dit jaar circa 90 miljoen', zegt manager Arjen Polman van Stichting Leenrecht. 'Voor het grootste deel zal die daling te verklaren zijn door de sluiting van vestigingen. Of er meer uitleningen zijn gekomen via schoolbibliotheken weten we nog niet.'
Wel heeft Stichting Leenrecht al enkele jaren geleden alle vormen van samenwerking tussen scholen en bibliotheken uitgewerkt. Achttien verschillende vormen zijn dat. Het onderscheid is heel technisch. Levert de bibliotheek een keer per maand een wisselcollectie bij de school af? Of verzorgt de bibliotheek meer ondersteunende diensten? Kunnen leerlingen vanuit school boeken reserveren uit de collectie van de openbare bibliotheek? Enzovoorts.
Het uitgangspunt is evenwel helder. Als de school eindverantwoordelijk, hoeft geen leenrecht te worden betaald. Als de bibliotheek eindverantwoordelijk is, moet er wel leenrecht te worden betaald. Van geval tot geval beoordeelt Stichting Lezen bij wie die verantwoordelijkheid ligt. En soms verschilt hun visie dan die van de bibliotheek. 'De afgelopen jaren hebben we een aantal bibliotheken terecht moeten wijzen omdat zij ten onrechte geen leengeld afdroegen', zegt Polman.
De VvL noch Stichting Leesrecht wil daarbij beweren dat de openbare bibliotheken doelbewust leenrecht ontwijken. Het is onwetendheid. Polman: 'Wij verspreiden die matrix van samenwerkingsvormen niet. Dat maakt het alleen maar ingewikkeld. We kijken wel jaarverslagen van bibliotheken na. Stuiten we op zaken die niet door de beugel kunnen, dan zeggen we dat. Bibliotheken geven dan ook toe. Het principe leengeld te betalen stellen zij absoluut niet ter discussie.'

Dan 'De bibliotheek op school'. De auteurs en Stichting Lezen erkennen dat de bezuiniging op leenrecht een bijverschijnsel van het concept is. 'De bibliotheek op school' gaat om het bevorderen van lezen, het bevorderen van bibliotheekgebruik, het toegang bieden tot kinder- en jeugdliteratuur. Maar de bezuiniging op leengeld die het met zich meebrengt maakt het wel op z'n minst verleidelijk voor gemeenten om er bij openbare bibliotheken op aan te dringen dat ze het concept toepassen.
Is dat wenselijk? 'Wij maken ons in ieder geval grote zorgen', zegt De Jonge. 'De bibliotheek op school wordt opgezet met subsidie van de gemeente. De uitleningen moeten dus worden verantwoord naar de gemeente. Tegelijk zouden deze uitleningen niet meetellen voor het leenrecht? Ik snap niet hoe dat kan. Het uitgangspunt zou moeten zijn dat als de bibliotheek een uitlening meetelt voor subsidie, deze ook meetelt voor het leenrecht.'
Hoe de schrijvers zich zullen opstellen, hangt af van het overleg. Dat moet er eerst komen, vindt De Jonge. Als eerste stap probeert de werkgroep jeugdboeken van de VvL steun te mobiliseren. Het roept schrijvers op stelling te nemen. Ook heeft het een steunverklaring van de Werkgroep Kinderboekuitgevers, die immers dezelfde derving van inkomsten zou kunnen hebben. Ook staan overleggen gepland met Stichting Lezen en PvdA-Kamerlid Jacques Monasch.

De openbare bibliotheken ondertussen benadrukken dat de samenwerking met het onderwijs primair is gericht op bevordering van lees- en taalontwikkeling. Er is geen intentie om met ‘De bibliotheek op school’ de leenrechtverplichting te omzeilen. ‘Bibliotheken hebben belang bij een goed functionerende kinderboekenmarkt. We zijn er echt niet op uit om de inkomenspositie van auteurs te verslechteren', zegt Evert Slot die namens de VOB het dossier leenrecht beheert.
Hij wijst er op dat uit de cijfers van Stichting Leenrecht over 2012 niet blijkt dat er bij de bibliotheken sprake is van een substantiële afname van het aantal uitgeleende boeken voor de jeugd. 'Wij hebben in de Stichting Onderhandelingen Leenvergoedingen(StOL) goede afspraken gemaakt over leenrecht en het onderwijs. Deze staan op de website van Stichting Leenrecht. In de StOL volgen we de ontwikkelingen. Mocht "De bibliotheek op school" ongewenste effecten hebben, dan wordt daar uiteraard met de rechthebbenden over gesproken’.
Ook schrijvers erkennen dat er tot nu toe geen bewijs is dat de verschuiving van uitleningen naar schoolbibliotheken of 'De bibliotheek op school' heeft geleid tot minder afdracht van leenrechtgelden. Dat blijkt uit de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek en uit cijfers van Stichting Leenrecht. De Jonge: ‘Maar wij willen de verschuiving juist vóór zijn.’
(Eerder gepubliceerd op Bibliotheekblad.nl) 

Geen opmerkingen: