donderdag 16 augustus 2012

Edinburgh organiseert reprise van International Writers Conference 1962 (Knack)


Vijftig jaar geleden maakte Gerard Reve furore op de International Writers Conference in Edinburgh. Het Book Festival in de Schotse hoofdstad organiseert komend weekend een heropvoering van dit beroemde symposium.

Het is dankzij Gerard Reve zelf dat de International Writers Conference nog altijd beroemd is in de Nederlandse literatuur. De eerste brief uit Op weg naar het Einde beschrijft in vijftig schitterende, heldere pagina’s zijn wederwaardigheden in Edinburgh. Het is de eerste proeve van het Reviaanse geoudehoer, toen nog ingetogen, dat zijn handelsmerk werd. En dan speelde hij ook nog een belangrijke rol tijdens de debatten in het vaak afgeladen, tweeduizend plaatsen tellende auditorium.
Opgefokt door het geklets van andere schrijvers over normale mensen en abnormale afwijkingen als homoseksualiteit, verklaarde Reve op de tweede conferentiedag woedend dat hij zich ‘tot het uiterste zal verzetten tegen elke poging om de auteur zijn onderwerp voor te schrijven en dat ik mij, als homoseksueel, zeker nooit door iemand zal laten verbieden homoseksualiteit tot onderwerp van mijn werk te kiezen.’ Vierentwintig uur later concludeert hij: ‘Ik schijn (…) de held van de dag te zijn geworden’.
Precies een halve eeuw later heeft het Edinburgh Book Festival opnieuw een International Writers Conference op het programma gezet. Vijftig auteurs over de hele wereld zijn uitgenodigd om vanaf vrijdag vier dagen te discussiëren over dezelfde thema’s die in 1962 centraal stonden. Onder hen bevinden zich de in Turnhout residerende Chika Unigwe en wereldsterren als Nathan Englander, Elif Shafak, Ben Okri en Joyce Carol Oates. Geen Nederlandstalige schrijvers.
Met de reprise wil het Book Festival het startpunt herdenken van de golf aan boekfestivals en schrijverssymposia die sindsdien over de wereld raast. De heftige ruzies, felle debatten en ordinaire jalousie de métier in Edinburgh inspireerden talloze anderen om hun eigen festival te organiseren. En schrijvers kwamen graag: zij zagen hoe William S. Burroughs dankzij Edinburgh beroemd werd. Binnen twee jaar na zijn deelname aan de conferentie was zijn werk overal ter wereld vertaald.
Ook Reve nam de spanningen waar. Zijn vriend en reisgenoot Angus Wilson maakte zich druk dat de conferentie bedoeld zou zijn om de Franse scheppers van de nouveau roman, onder aanvoering van Robbe-Grillet, te glorifiëren. Twee nachten kon hij niet slapen omdat hij steeds nieuwe invallen voor zijn verdediging moest noteren. Maar zelf haalde hij zijn schouders op. ‘We weten allemaal dat hun boeken even onleesbaar zijn als de nieuwe kleren van de keizer onzichtbaar.’
Over homoseksualiteit zal in de editie van 2012 waarschijnlijk geen woord vallen. Wie wil tegenwoordig nog discussies over de toekomst van de roman, nationale literatuur, hedendaagse censuur, het politieke gehalte van literatuur en stijl versus inhoud onderbreken met een pleidooi het taboe op homoseksualiteit te slechten? Homoseksuele personages zijn in de Westerse literatuur allang vanzelfsprekend. En als iemand er toch over begint, zal niemand er nog de held van de dag mee worden.
Misschien is het feit dat homoseksualiteit in de literatuur nauwelijks een issue is, ook de reden dat de Britse pers in hun stukken over de conferentie van 1962 niet over Reve schrijft. Terwijl hij zijn interventie nota bene plaatste tijdens de ruzie die wél steeds wordt aangehaald: tussen de Schotse schrijvers Alexander Trocchi en Hugh MacDiarmid. De eerste viel de Schotse literatuur aan om zijn provincialisme, de tweede noemde zijn opponent daarop ‘kosmopolitisch vuilnis’.
Meer informatie over de Writers Conference op het Edinbugh Book Festival hier.
(Eerder gepubliceerd op Knack.be, 14 aug 2012)

Geen opmerkingen: