maandag 16 juli 2012

Leon de Winter - 'VSV' (BOEK)


Het plot van VSV leent zich voor politieke propaganda. Maar de schrijver Leon de Winter heeft zijn alter ego, de columnist Leon de Winter, met succes uit zijn werkkamer weten te houden. Voor alles moest zijn nieuwe roman een vermakelijk boek zijn. Dat is het.

Theo van Gogh mag de beslissende wending geven
Nederland schudt op zijn grondvesten. Een groep geradicaliseerde jonge Nederlanders van Marokkaanse afkomst beraamt een meervoudige terroristische aanslag. Een bom onder de Stopera in Amsterdam en een vliegtuigkaping zijn nog maar het begin – alleen bedoeld om autoriteiten als burgemeester Job Cohen van Amsterdam en minister van Binnenlandse Zaken Piet Hein Donner in verwarring te brengen. Aanvankelijk eisen ze de vrijlating van hun grote voorbeeld Mohammed B. Later blijkt dat ze de man willen die de moslimhaat tot grote hoogte heeft gestuwd: Geert Wilders.
Bij een auteur als Leon de Winter wekt zo’n plot argwaan. De Winter heeft een reputatie opgebouwd van rechtse houwdegen die in zijn columns, tegenwoordig voor De Telegraaf, te keer gaat tegen de theedrinkers en de boel-bij-elkaarhouders. Herhaaldelijk viel hij Job Cohen aan als het symbool van de volgens De Winter destructieve politiek van pappen en nathouden. Hij deinsde zelfs niet terug voor smakeloze beledigingen: Cohen noemde hij ooit een ‘onderduikjood’, iemand die nog altijd uit angst goed op zijn woorden let.
Is VSV geschreven om zijn visie op Nederland uit te dragen?
Gelukkig niet. Daarvoor is De Winter te veel romanschrijver. Voor alles wil hij ‘top-amusement’ bieden, zoals hij zijn ambitie verwoordt. En top-amusement is VSV zeker. Het krankzinnige plot, met Theo van Gogh die vanuit de hemel de aanzet voor de beslissende wending geeft, zit zeer ingenieus in elkaar. Tot aan de ontknoping houdt De Winter zijn lezers in een ijzeren greep. Terwijl hij heen en weer schiet van het ene personage naar het andere gaat het verhaal altijd door. Nooit zakt het in. Steeds precies op het juiste moment geeft hij nieuwe informatie prijs.
VSV is daarmee weinig meer dan een goed geschreven en doortimmerde thriller over de tot inkeer gekomen zware crimineel Max Kohn, die een donorhart heeft gekregen van een zwarte priester. Op zoek naar informatie over deze man die een relatie blijkt te hebben gehad met zijn ex (inmiddels gelieerd aan de door Jessica Durlacher verlaten Leon de Winter zelf), keert hij terug naar Amsterdam. Zo belandt Kohn midden in de chaos na de aanslag waar hij, door zijn nauwe banden met Job Cohen – wiens halfbroer hij is –, een cruciale rol kan spelen.
De inzet van de echt bestaande personages geeft het boek sjeu. Je merkt aan alles dat De Winter intens plezier heeft gehad om zich zo goed mogelijk in Cohen, Donner, Moskowicz en zelfs in extreme karakters als Mohammed B. in te leven. Hij heeft zo diep gegraven dat je zowaar hun geheimen gelooft die De Winter heeft verzonnen. Cohen is een onverbeterlijke womanizer, wiens minnares omkomt. En Donner heeft zijn eeuwige treurige blik te danken aan een drama in zijn studententijd die zijn toenmalige geliefde het leven kostte.
Het allergrootste plezier zat waarschijnlijk in het afzeiken van zichzelf. De Winter komt er in zijn eigen roman bepaald niet sympathiek van af. Hij is twintig kilo te zwaar. Hij is heimelijk verheugd dat zijn aartsvijand Theo van Gogh, wiens doelwit van antisemitische grappen hij twintig jaar lang was, is vermoord. Hij is slecht in bed. Hij heeft te veel rechtse praatjes, klaagt zijn nieuwe vriendin. En de toespraak van Cohen die hij in het echte leven met de grond gelijk heeft gemaakt, blijkt hij nota bene zelf te hebben geschreven. Voor een bespottelijk hoog bedrag.
Helemaal vrij van propaganda is VSV niet. Omdat het in de eerste plaats ontspanningslectuur is en de zelfspot van De Winter veel sympathie oproept, zou je bijna vergeten dat je toch een paar keer denkt: wat een onzin. Bijvoorbeeld wanneer Cohen beseft dat niemand de boel bij elkaar kan houden –  alsof ook hij concludeert dat je de islam met wortel en tak moet uitroeien. Wilders’ rol als messianistische held is eerder lachwekkend dan geloofwaardig. En de bewering dat Pechtold aan Wilders heeft toevertrouwd dat hij eigenlijk gelijk heeft, is pure laster.
Maar het geeft niet. Daarvoor weet De Winter de lezer te goed te vermaken. En wie na het afloop VSV met een bevredigend gevoel dichtslaat, gaat meteen over op de orde van de dag. Daarvoor is dat vermaak te pretentieloos.

Leon de Winter - VSV (432 p.) - De Bezige Bij, € 19,90, ISBN 978 90 234 5700 8 (gebonden € 24,90, 978 90 234 4146 5)
(Eerder gepubliceerd in BOEK 4, 2012)

Zie ook:

Geen opmerkingen: