dinsdag 22 mei 2012

Raad voor Cultuur dwingt Letterkundig Museum en Meermanno tot intensief samenwerken (Boekblad)


Het Letterkundig Museum en Museum Meermanno krijgen van de Raad voor Cultuur maar een deel van de gevraagde subsidie. Bovendien geldt een harde voorwaarde: samenwerking. Beide musea moeten een nieuw en vooral gezamenlijk activiteitenplan indienen. [Een vervolg op dit en dit bericht.]

Het Letterkundig Museum en Museum Meermanno kunnen in de komende vier jaar slechts 75 procent van het door de overheid vastgestelde richtbedrag tegemoet zien. Voor het Letterkundig Museum komt dat neer op 2,2 miljoen euro in plaats van de gevraagde 2,89 miljoen, voor Museum Meermanno op 1,39 miljoen euro in plaats van 1,71 miljoen euro. Een deel van de korting zouden de musea kunnen opvangen door een zeer nauwe samenwerking – met name op het gebied van activiteiten, maar ook op het gebied van presentatie. 
Hiermee lijkt het erop dat de Raad voor Cultuur op termijn een fusie tussen beide musea, vlakbij elkaar gevestigd in Den Haag, wil bewerkstellingen. Gezamenlijk zouden ze het ‘museum voor gedrukte media’ kunnen worden, waar de Raad ‘in de huidige gemedialiseerde samenleving’ een groot belang aan hecht. Het Letterkundig Museum en Meermanno zeiden eind vorig jaar een fusie te onderzoeken, maar vooral het Letterkundig Museum toonde zich gehecht aan de eigen zelfstandigheid. 
De Raad voor Cultuur is in haar advies kritisch op beide musea. Het Letterkundig Museum is ‘meer een documentatiecentrum met een publieksfunctie’. Het museum legt ook in zijn presentatie onvoldoende verbinding met maatschappelijke thema’s –  nadrukkelijk anders dan het bijbehorende Kinderboekenmuseum, dat het lezen en voorlezen centraal stelt in een tijd waarin analfabetisme een actueel onderwerp is. Ook is de vastgestelde groei van 21.827 bezoekers in 2010 naar 50.000 niet realistisch, terwijl het museum tegelijk te sterk leunt op inkomsten uit entreegelden en geen strategie heeft voor tegenvallende inkomsten. 
Meermanno krijgt lof voor zijn inzet om te vernieuwen, onder meer door de collectie van het Nederlands Instituut voor Beeldverhaal en Beeld Illustratie binnen te halen. Tegelijk vraagt de Raad zich af of het museum niet te veel van de kern afdwaalt. De ambitie is op veel punten zo groot – veel meer nadruk op educatie, groot marketingplan, enzovoorts – dat de Raad vraagt hoe realistisch dat is. Als het publieksbereik tegenvalt moet het museum bovendien snijden in personeel en programma. En: ‘Dan komt de instelling in een neerwaartse spiraal terecht.’
 In een eerste reactie toont het Letterkundig Museum zich als door een wesp gestoken. Het advies is ‘een frontale aanval’, schrijft het museum in een persbericht. Het museum is na het voltooien van de renovatie succesvol. Het bezoekersaantal verdubbelt dit jaar waarschijnlijk tot 60.000 mensen. Het Letterkundig Museum en het Kinderboekenmuseum wonnen diverse prijzen. Maar als de korting van acht ton ten opzichte van de huidige subsidie van 3 miljoen euro doorgaat, moet het museum snijden. Alleen al de personeels- en huisvestingskosten bedragen gezamenlijk al 2,7 miljoen euro.
Meermanno is 'teleurgesteld' dat een succesvol beleid – getuige de groei in bezoekers (een verdubbeling), eigen inkomsten en naamsbekendheid - wordt afgestraft met een korting. Het museum bestrijdt het idee dat het een onrealistisch beleid voert en zelfstandig geen bestaansrecht zou hebben, maar wil wel meer samenwerken met andere instellingen. Alleen: niet alleen met het Letterkundig Museum, maar ook met het Nationaal Archief en de Koninklijke Bibliotheek. Ook zal de besparing die dit oplevert, lang niet zoveel zijn als de subsidiekorting rechtvaardigt.
(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 21 mei 2012)

Geen opmerkingen: