woensdag 18 april 2012

Plantyn brengt éénmiljoenste atlas op de markt (Boekblad)


Met de eerste oplage van de zevende editie van de Algemene Wereldatlas overschrijdt de Vlaamse educatieve uitgeverij Plantyn de grens van één miljoen. Een gelijktijdig uitgegeven digitaal bordboek voor docenten is de eerste stap van de transitie naar digitaal.

De eerste editie van de educatieve atlas verscheen in 1989, toen nog onder de naam Wolters’ Algemene Wereldatlas. Om de vier jaar verschijnt een nieuwe editie, waarvan er jaarlijks 45.000 tot 50.000 worden gedrukt. ‘In de loop der jaren is dit aantal licht opgelopen’, zegt uitgever Michel Sanne. ‘In vergelijking met de leerlingengroei is de verkoop redelijk stabiel. We hebben ook een Kleine Wereldatlas – gericht op 12- tot 14-jarigen, iets eenvoudiger, met iets andere onderwerpen. Dat zijn verbonden vaten. Als de verkoop van de een daalt, stijgt die van de ander en andersom.’
Het marktaandeel van de Atlas is zo’n tachtig procent. Alleen De Boeck heeft een concurrerende uitgave. Sanne: ‘De Algemene Wereldatlas is ook in de boekhandel te koop, maar in verhouding is de verkoop via dat kanaal minimaal. Anders dan Nederland heeft België geen cultuur waarin ieder gezin een atlas in huis heeft. Toen we een paar jaar geleden een versie van de fantastisch mooie De Wereld Bosatlas van ons zusterbedrijf Noordhoff met een sectie België uitgaven, heeft dat geen brokken gemaakt. Wél hebben we een quiz-cultuur. Ik ben ervan overtuigd dat iedere quiz-ploeg onze atlas als bron gebruikt.’
Tegelijk met de zevende editie heeft Plantyn een digitaal bordboek voor docenten gelanceerd, die iedere leerkracht kan verrijken met foto’s, video’s, links, grafieken enzovoorts. ‘Bij de vorige editie kon iedereen online de kaarten van België en Europa gelaagd bekijken. Dus alleen de rivieren of alleen de landgrenzen. Nu was de tijd rijp voor een bordboek. Van onze methoden voor het voortgezet en basisonderwijs is van zeker tachtig procent al zo’n bordboek, dus konden wij niet achterblijven. De technologie is er en de prijs is schappelijk: 25 euro per jaar per school.’
Of de volgende editie over vier jaar een volledig digitale uitgave is, kan Sanne niet voorspellen. ‘We zijn nu op een scharnierpunt van de transitie van folio naar digitaal. We bereiden dat ook al voor. Ik kan de uren niet tellen dat we brainstormen over verdienmodellen, bezig zijn met het claeren van de rechten op het cijfermateriaal uit databanken of praten met technologiebedrijven die mogelijk onze partners kunnen worden. Maar de eerste tijd lijkt me de definitieve overstap niet aan de orde. Als producent kun je niet alleen digitaal aanbieden als er nog veel leerlingen zijn zonder laptop of tablet.’
Toevallig speelt er deze week in Vlaanderen een hoogoplopende discussie over ‘Steve Jobsscholen’. Een aantal scholen in Sint-Niklaas en Blankenberge verruilen vanaf komend schooljaar de schoolboeken in voor iPads. Een bekende it-onderneemster roept andere scholen op hen te volgen. Sanne: ‘Als ik het wel heb, zijn ze van plan dat te bekostigen door op atlassen te besparen. Ik vraag me af of dat goed is. Onze kaarten zijn een synthese van heel veel statistische data, door fantastische cartografen in kaart gebracht. Er is niets vergelijkbaars op internet te vinden.’
Maar de scholen kunnen ook geen iPad-versie van de Algemene Wereldatlas kopen, geeft Sanne toe. En of die snel komt, weet hij niet. ‘Ook andere platformen zoals Android zullen zich met het onderwijs gaan bemoeien. Moeten we dan op alle platformen gaan zitten? Of de keuze maken voor één of een paar platformen? Dat vraagt nog enig strategisch puzzelwerk. Het heeft in ieder geval geen zin om nu zomaar een app op de markt te gooien.’

(Eerder gepubliceerd op Boekblad.nl, 16 april 2012)

Geen opmerkingen: