maandag 12 december 2011

Remco Campert over zijn eenmanszaak

‘Nu sta ook ik in het handelsregister. Ik ben directeur van een eenmanszaak geworden, mijn bedrijf telt één werkzaam persoon en mijn naam is een handelsnaam geworden. Ik herken mezelf niet meer. Ik ben opgehouden schrijver te zijn, in plaats daarvan doe ik aan de ‘beoefening van scheppende kunst’. Vreugdeloze begrippen die verslagenheid en woordbloedarmoede teweegbrengen. Wat wil je later worden? Lid van de Kamer van Koophandel. Arme kleine.’

(Uit: Remco Campert, Mijn eenmanszaak, De Bezige Bij, 2010)


Er zijn 4448 zelfstandige journalisten ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, las ik onlangs op Villamedia. Ik ben één van hen, maar niet uit overtuiging. Als zzp’er ben je voor de belastingdienst een ondernemer en dus wettelijk verplicht om ingeschreven te staan bij de Kamer van Koophandel. Het kost me alleen maar geld: een paar tientjes per jaar. Ik krijg daar niets voor terug. Omdat ik niet echt een ondernemer ben, heb ik niets aan seminars over vestigingsbeleid, netwerkborrels met detailhandelspecialisten of brochures over importeren uit China. Eigenlijk kan ik er ook niet om lachen zoals Remco Campert die de titel van een verzameling columns ontleende aan de verplichting om zich in te schrijven bij de Kamer van Koophandel. Bijvoorbeeld als hij een brief krijgt van de Makro.


‘“Hartelijk gefeliciteerd met de start van: Remco Campert,” luidt de aanhef van Makro’s brief. Het gaf me het opwindende gevoel dat er een andere R.C. in mijn leven was gekomen, een energieke, jonge starter die de oude der dagen zatte R.C. van voor de KvK naar het achterplan verwees. Als een vruchtbare akker strekte de toekomst zich voor me uit. Deze akker te ontginnen zou in het vervolg mijn brandende ambitie zijn. Zeker, ik zou op moeilijkheden stuiten – keien in de grond, taaie wortels –, maar die zou ik weten te overwinnen. Uit tijdelijke tegenslagen trok ik lessen met mijn inzicht van nu. In mijn droom die ik tot werkelijkheid ging maken, verrezen talloze bedrijven die mijn naam droegen en waaruit een onophoudelijke stroom van scheppende kunst vloeide.’

Geen opmerkingen: