donderdag 3 november 2011

Ragip Zarakolu: 'Zelfcensuur is erger dan gewone censuur' (Boekblad)


Dertig jaar geeft Ragip Zarakolu al controversiële boeken uit in Turkije. Dertig jaar lang wordt hij daar al voor vervolgd. Desondanks houdt hij vol zonder zijn goede humeur te verliezen. Eerder dan de officier van justitie vreest hij de verzakelijking van de boekenmarkt. Op 18 september 2008 kreeg hij in Amsterdam de Freedom to Publish Prize van de International Publishers Association uitgereikt.

In Istanbul houdt Ragip Zarakolu zich schuil in een kelder onder de McDonald's. Boven slenteren de toeristen de hele dag langs souvenirwinkels en eethuisjes, beneden heerst in het onopgesmukte kantoor van uitgeverij Belge stilte. In de inrichting heeft de zestigjarige Turkse uitgever niet geïnvesteerd. Het pleisterwerk valt van de muur, het meubilair is vervallen en vloerbedekking ontbreekt. Aan de muur hangen ingelijste posters van Belge-uitgaven, bijeenkomsten over de hele wereld waar Zarakolu sprak en een grote foto van zijn in 2002 overleden vrouw Ayse Nur.
Sinds 1995 is deze kelder aan Divanyolu Caddesi het kantoor van uitgeverij Belge. In dat jaar bombardeerde een ultrarechtse groep zijn kantoor in de buurt en verhuisde Zarakolu noodgedwongen naar zijn opslagruimte. Nog steeds herbergen de oude, vergeelde stellingkasten de voorraad van de boeken die de uitgever en zijn vrouw zo vaak voor de rechtbank hebben gebracht. Boeken over de Armeense genocide. Boeken over het Koerdische vraagstuk. Maar ook linkse klassiekers van en over Karl Marx, Rosa Luxemburg en Lenin. En literatuur.
In september verbleef Zarakolu in de ruime Schrijversresidentie boven boekhandel Athenaeum aan het Spui in Amsterdam. Hij was een paar dagen in Nederland om de Freedom to Publish Prize van de International Publishers Association (IPA) in ontvangst te nemen. Hij kreeg de prijs, uitgereikt tijdens Amsterdam Wereldboekenstad en gesponsord door de Groep Algemene Uitgevers van het NUV, om ‘de integriteit, de standvastigheid en de moed te eren die hij zo wonderbaarlijk toont', zoals IPA-president Ana Maria Cabanellas het tijdens de uitreiking samenvatte.

Wat betekent deze prijs voor u?
‘Ik heb daar gemengde gevoelens over. Het is een belangrijke steun voor Turkse uitgevers in hun strijd voor de vrijheid van meningsuiting en vrijheid van drukpers. Voor mij persoonlijk is het ook een eer, omdat mijn vriend Hrant Dink (de in 2007 vermoorde Turkse journalist, MD) deze prijs vorig jaar postuum kreeg. Maar het zou mooier zijn als ik de prijs niet hoefde te krijgen, omdat Turkije een meer democratisch land was.'

Helpt de prijs ook om voortaan niet gestoord door de Turkse justitie boeken uit te geven?
Lachend: ‘We zullen op elk boek zetten dat het is uitgegeven door de winnaar van de Freedom to Publish Prize.'

Dat is ironie. Wat betekent het echt?
‘We zullen zien. Uitgeven is nooit makkelijk in een totalitaire staat. Toen Orhan Pamuk in 2006 de Nobelprijs kreeg, was de meerderheid van de Turken ongelukkig omdat ze de propaganda geloofden dat hij een verrader is. Er werden voorbereidingen getroffen om hem te vermoorden. Toen greep de regering in. Als de regering wil, kan ze zulke complotten tegenhouden. Pamuk was daar belangrijk genoeg voor, Dink niet.'

Is het in de loop der jaren makkelijker geworden om controversiële boeken uit te geven in Turkije? Het lijkt erop alsof Turkije onder druk van de Europese Unie, waarvan het lid wil worden, hervormingen doorvoert.
‘Maar die hervormingen betekenen niets als de instelling van justitie niet verandert. Oost-Europese landen hebben na de val van de muur hun wetten aangepast en hun ambtenaren verplicht cursussen te volgen over internationale conventies en mensenrechten. Ze mochten pas weer aan het werk als ze een examen hadden gehaald. In Turkije moedigt de staat na hervormingen ambtenaren aan om op de oude voet door te gaan.'

Toch is het beruchte artikel 301, over beledigen van ‘Turksheid' en het Turkse leger, afgeschaft.
‘In 1991 schrapte de regering het artikel dat verbood om communistische propaganda te maken, maar ook gebruikt werd om alle onwenselijke boeken te verbieden. Direct begonnen allerlei uitgevers boeken te publiceren over het Koerdische vraagstuk. Koerden richten ook een eigen uitgeverij op. Toen kwam de regering met antiterreurwetten en gebruikte ze dát als argument om dezelfde boeken nog harder aan te vallen. Zoiets is nu ook aan de hand. In artikel 301 zijn een paar woorden veranderd en wordt het artikel nog steeds gebruikt. Niet tegen Pamuk, die iedereen in het Westen kent. Maar bijvoorbeeld tegen Temel Demirer, die bij de herdenking van de moord op Dink zei dat de Turkse staat schuldig is aan de Armeense genocide.'

U bent sceptisch over de richting waarin Turkije zich ontwikkelt?
‘Misschien. Maar zeker ook optimistisch. Ik betreur het alleen dat het zo langzaam gaat. Turkije zet twee stappen vooruit en dan weer één terug.'

U en uw vrouw zijn meer dan veertig keer vervolgd. Hoe vaak bent u ook veroordeeld?
‘Ongeveer tien keer. Ik heb uiteindelijk twee jaar in de gevangenis gezeten, in de jaren zeventig. Voor Turkse standaarden is dat niet zo lang. Mijn vrouw heeft vier keer in de gevangenis gezeten. Meestal moesten we een boete betalen. Onder druk van protesten - van bijvoorbeeld Turkse schrijvers of internationale uitgevers - veranderde de regering een veroordeling in een boete.'

Hebben die boetes u het werken enorm bemoeilijkt?
‘Zeker. Ik heb veel projecten niet kunnen beëindigen. Maar ik ben vier keer naar het Europese Hof in Straatsburg gegaan. Ik won drie keer. Die verloren zaak was alleen omdat we bepaalde documenten te laat inleverden. Die keren dat ik won, moest de Turkse staat mijn juridische kosten betalen plus een boete.' Lachend: ‘Met die regeringssteun heb ik nieuwe controversiële boeken gepubliceerd.'

Heeft de voortdurende vervolging u als uitgever veranderd?
‘Soms voel ik me moe, soms voel ik me erg stom - door de tegenwerking van de staat. Maar stoppen of zelfcensuur? Nee. Het beste is om door te gaan. Toen ik werd veroordeeld voor het uitgeven van een dagboek van een Armeense dokter over de Turks-Griekse oorlog, heb ik geantwoord met nog twee boeken over het onderwerp. Als de regering geen maatschappelijke discussie wil, geef ik haar nóg meer informatie om de discussie te kunnen voeren. De aanval is de beste verdediging.'

Kon u altijd de boeken uitgeven die u wilde?
‘Nee. In de periode van militaire dictatuur konden we geen controversiële boeken uitgeven. De oplossing was boeken uitgeven over martelingen onder het kolonelsregime in Griekenland of de Latijns-Amerikaanse dictaturen. De lezers begrepen dat die boeken eigenlijk over Turkije gingen. Ook in de jaren negentig was het lastig. Drukkers waren verplicht van ieder boek een exemplaar direct naar de autoriteiten te sturen. Na het drukken zorgden wij ervoor dat we alle boeken onmiddellijk verstuurden. Als de politie de volgende dag kwam om de oplage in beslag te nemen, was ze te laat. Later konden drukkers ook worden vervolgd voor wat ze drukten. Toen hebben we de tekst gefotokopieerd en die vellen gebonden.'

U was journalist en vertaler. In 1977 richtten u en uw vrouw uitgeverij Belge op. Waarom?
‘Ik werkte als vertaler, uit het Engels en Duits, maar deze uitgaven konden door de economische crisis niet worden gepubliceerd. Toen startten we onze eigen uitgeverij om deze alsnog op de markt te brengen.'

Wat gaf u toen uit?
‘Veel politieke non-fictie. Belge is Turks voor ‘documenten'. Maar niet alleen non-fictie. We geven al snel ook literatuur uit. In de ‘Mare Nostrum'-serie brengen we literatuur uit de landen van de Middellandse Zee uit: Griekse, Armeense, Joodse, Arabische, Italiaanse literatuur. De reeks ‘Poëtica' richt zich op de nieuwe generatie dichters, van wie veel in de gevangenis zaten. Ook Armeense dichters. In het begin waren wij de avant-garde met zulke uitgaven, nu doen meer uitgevers dat. Daarnaast steunt de reeks ‘Nieuwe stemmen' schrijvers in de gevangenis door hun verhalen, reportages en romans te publiceren.'

Aan de fictie zit dus ook een politiek tintje. Bent u ook eens vanwege een literaire uitgave vervolgd?
‘O ja.' Lachend: ‘We gaven in 1982 de roman Vaarwel Anatolië van Dido Sotiriyu uit en werden toen aangeklaagd voor belediging van Turksheid en het Turkse leger. Maar een week later kreeg de schrijfster de Turks-Griekse Vrede en Vriendschapsprijs. Prompt verviel de aanklacht en bestelde het leger 169 exemplaren voor legerbibliotheken.'

Wat is uw grootste bestseller?
‘Een gedichtenbundel van Nevzat Çelik. Vijftien drukken, dat moet in totaal om zo'n 50.000 exemplaren gaan. Vooral toen de populaire zanger Ahmet Kaya deze gedichten opnam, werd de bundel populair. Çelik zat ook in de gevangenis. Toen kreeg hij een Poetry International Eregeld in Nederland. Dat heeft hem geholpen vrij te komen.'

Hoeveel lezers vindt u gemiddeld?
‘In het begin meer dan nu. Toen wij begonnen heerste nog de stemming van '68. Mensen zochten echt boeken om te lezen en om over te discussiëren. Begin jaren tachtig tot halverwege de jaren negentig had een druk 3.000 of meer exemplaren. Toen werd dat 2.000, en nu is het 1.000.'

Hoe komt dat?
‘De veranderingen in de sector. Het grote geld is begonnen te investeren in boekhandels en uitgeverijen. Zo zijn grote ketens en distributeurs ontstaan. Kleine distributeurs zijn omgevallen. Dat maakt het voor ons moeilijker. Bij veel boekhandels staan onze uitgaven niet op de planken. Zij bestellen alleen op vraag van een klant. Ook ligt de nadruk meer op nieuwe titels dan vroeger. Tegenwoordig geven uitgevers liever twee boeken uit in een oplage van 1.000 dan één boek in een oplage van 2.000. Hetzelfde geldt voor distributeurs. Die leggen niet meer al onze uitgaven op voorraad, maar alleen de 50 meest recente. Ook daar zien boekhandels ze niet meer. Daarnaast is piraterij een groot probleem.'

Ook van uw uitgaven dus.
‘Natuurlijk. Vooral in kleine dorpjes worden kopieën verkocht. Bestsellers liggen er voor de halve prijs. Lezers spenderen hun beperkte budget liever daaraan dan onze dure uitgaven van 8 nieuwe Turkse Lira, ongeveer 4,50 euro. Helemaal vergeleken met het prijsgevoel in Turkije is dat bedrag hoog.'

Een grote keten zal ook eerder geneigd zijn de eigen economische belangen veilig te stellen, kan ik me voorstellen, en dus uw controversiële uitgaven niet willen verkopen.
‘Marktleider in Turkije is de keten D&R met tachtig verkooppunten - onderdeel van de Dogan Groep, die ook tv-zenders en de krant Hürriyet uitgeeft. Zij kochten onze boeken eerst in, maar zijn later gestopt. Misschien door de rechtszaken. De groep bezit ook een uitgeverij die een paar keer voor zelfcensuur is gezwicht. Ze hadden boeken laten vertalen, maar uiteindelijk niet uitgegeven. Zelfcensuur is erger dan gewone censuur, omdat je van je geest een slaaf maakt en je onderdeel van het systeem wordt. De staat ziet dat natuurlijk graag. Hoeven ze geen geld te spenderen aan censors en officieren van justitie.'

Hoe vindt u tegenwoordig dan uw lezers?
‘Dat is een groot probleem. Voor advertenties hebben we geen geld. Kranten schrijven niet over onze uitgaven. De geïnteresseerde lezers kennen onze boeken alleen door mond-tot-mondreclame. Ook staan sommige van onze titels op universitaire curricula. Economische klassiekers van John Stuart Mill en Adam Smith. Daarin kunnen we reclame maken voor andere uitgaven.'

Hebt u baat bij internet?
‘Internetboekwinkels zijn het meest effectief voor al onze uitgaven. Via dit groeiende kanaal - twee tot drie procent van de Turkse boekenmarkt gaat via internet, schat ik - kunnen we voor boeken van tien, vijftien jaar oud lezers vinden. Wij werken nog aan onze eigen site. Door de juridische problemen is die er nog niet, maar binnen een jaar moet deze online zijn.'

Turkije is dit jaar gastland op de Frankfurter Buchmesse. Bent u daar ook?
‘Natuurlijk. Ik ben al vaak in Frankfurt geweest. Ik zal dit jaar ook spreken in een panel over vrijheid van meningsuiting in Turkije. Ik ben voorzitter van de commissie voor vrijheid van drukpers van de Turkse Uitgeversbond - die ons overigens altijd heeft gesteund, bijvoorbeeld door petities te organiseren. En ik leg daar gewoon, zoals ieder jaar, mijn controversiële boeken in de stand. Als de regering slim is, bemoeit ze zich daar niet mee. In het Westen maakt dat een goede indruk. Wist je trouwens dat de Duitse Uitgeversbond tegen Turkije zei: eerst vrijheid van meningsuiting in Turkije, dan pas gastland van de Buchmesse worden. Dus: Turkije past artikel 301 een beetje aan en de Duitsers zeggen: prima, wees welkom. Helaas.'

(Gepubliceerd in Boekblad, september 2008)

Geen opmerkingen: